bemoeide: Claesge Bastiaens heeft verscheijde maelen geseijt, dat ten tijde Jacob van der Geest haer testament schreeff de duijvel haer keel soo hart toeneep, dat sij blaeuw om haer hooft worde ende niet spreecken conde, ja soo veranderde ende sulcx vreemt geluyt maecte, dat Jacob vander Geest (de Notaris) ophielt met schrijven ende har vraechde Claesge, hoe ist als). Ook in de Nieuwpoort speelden zich merkwaardige dingen af, want de melk van boer Jacob Jansz wilde maar geen boter worden en dus vertelden Jacob en zijn vrouw Anna aan ieder die het horen wilde dat hun buurvrouw Guurt er de schuld van was. Toen echter de notaris namens Guurt achter de geruchten aanging, trokken ze de hakken in de wal: Op 9 sept 1638 heb ick Cornelis van der Geest mij ten versoecke van Gueijrt Jacobs huysvrou van IJsbrant Allertsz inde Nieuwpoort mij gevonden ten woonhuyse van Jacob Jansz ende Anna zijn huisvrou mede inde Nieuwpoort en hen aff gevraecht off zij bleven seggen dat Guyert een COL afte toovernaresse was ende dat zij luyden geen boter carnen conden. Antwoord zoo hebben ze het niet gezegd. Ze hebben haar alleen maar gevraagd of ze een col was6). Te Egmond aan de Hoef deed zich een wel zeer sensationele gebeurtenis voor, want daar klom een paard in de hanebalken van een schuur. Reden genoeg dus voor de baljuw om zich ermee te bemoeien. Uiteraard was er toverij in het spel en dus vond er een onttoveringsprocedure plaats, die door de baljuw persoonlijk werd geleid: „Jan Volckertsz boeckebinder heeft gezien, toen hij omtrent Meij te Egmont op de Hoef is geweest, dat den Bailliu Cornelis van Brinckhof daer op de hoeve deede komen op een karre een oude vrouw genaemt Jennetge Vesjes, die berucht was een tooveres te sijn ende dat sij een huysmans paert aldaer betoovert hadde (die inde hanebalcken was geclommen) De- welcke hij Bailliu bevolen heeft dat sij tselve paert soude segenen. Haer tot dieneijnde ten aensien vande volcke in een schuur gebiedende op een planckge te gaen staen, twelck sij 338

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 20