Kollen en protocollen {jgjl
door S.H. van Drunen
Dat het bijgeloof in de 17e eeuw nog wijdverbreid was laat zich
gemakkelijk bewijzen uit de Alkmaarse notariële protocollen. Her
haaldelijk kwamen verontruste burgers naar de notaris gelopen om
verklaringen af te leggen over vreemde gebeurtenissen. Uiteraard is
dit slechts het topje van de ijsberg, want er zal in die jaren heel wat
meer zijn gebeurd, alsook rondverteld, zonder dat er een notaris aan
te pas kwam. Vrouwen, die onder verdenking stonden een toverkol
te zijn, werden weliswaar niet meer ter dood gebracht, maar hadden
een verre van gemakkelijk leven. Is het daarom te verwonderen, dat
toen Valck Cornelisz in dronkenschap had beweerd dat zijn schoon
moeder een kol was, hij na zijn ontnuchtering door zijn verontruste
vrouw werd teruggestuurd naar Dirck Jacobsz Smit om te verklaren
dat hij alles had gelogen? En Dirck Jacobsz en zijn twee knechten
waren gaarne bereid om ten overstaan van de notaris te getuigen:
dat Valck Cornelisz op huyden tegens de middach bij hen
kwam ter wijlen zij metten anderen stonden en wrochten,
ende tegens hen geseijt heeft, dat al't geene hij tot laste ende
nadeele van Diewer Wijbrants zijn huysvrouwe moeder (zijn
schoonmoeder) uyt een overstalligh dronckenschap geseijt
ende uytgesmeeten hadde, namentlick dat sij een KOL soude
wesen, dat hij 't selve geloogen hadde
Wat voor verschrikkelijks er gebeurde toen Anna Jans het zieke
dochtertje van haar overbuurvrouw een teug wei te drinken gaf kan
men lezen in de volgende verklaring. Het arme kind werd helemaal
stijf, hetgeen geen zuivere koffie kon zijn. Gelukkig liep het allemaal
goed af, want het kind werd beter.
„In den jare 1619 voor Meij heeft Anna Philips dochters
dochter, genaempt Aeltje Reijniers, een teuch soete waij
gekregen van de dochter van Aecht Jellen, genaempt Anne,
haer overbuyer. Ende na dat 't kint de teuch soet waij ontrent
een ure inne hadde gehadt, is haer dochters kint soo qualick
gestelt geworden, dat 't kint getrocken worde van lidt tot lidt
335