Bij een akte van 29 december 1871 verkocht Ansingh aan Mesman onder meer het winkelhuis en erve, genaamd „De Valk". Bij die akte verbond Ansingh zich „om binnen den kring van het arrondissement Alkmaar nimmer eenige apothecars affaire of handel in chemicaliën, drogerijen en verfwaren uit te oefenen of te drijven op verbeurte eener som van f 15.000".4 Beiden gingen een overeenkomst aan onder de firma Ansingh en Mesman. Ze werd aangegaan voor twee jaar met stilzwijgende over- lenging.5 De bewoners van de stad werden door middel van een advertentie van dit gebeuren in kennis gesteld.6 Mesman moest eveneens een tegenslag incasseren. In zijn apotheek was werkzaam de assistent-apotheker Jan Pieter Cannegieter. Deze was op 8 juni 1880 tegen de wil van Mesman „bezig met de vervaardiging van bengaalsch vuur, dat eene roeivaart door de Turnclub te openen zwemplaats moest opluisteren".7 Een explosie kostte aan Cannegieter het leven en de apotheek leed zeer aanzienlijke schade. Of de verbouwing enige jaren op zich heeft laten wachten is mij niet bekend, doch in 1884 gaf de firma kennis „dat zij hun nieuwe apotheek hebben geopend, welke van nu af aan wordt gehouden in een locaal, uitsluitend bestemd tot het gereed maken van recepten. Ingang aan de Achter straat".8 Alida Prins, werd geboren te Alkmaar 17 april 1871 uit het Joodse echtpaar Arön Prins, winkelier en splitser van de Staatsloterij, en Roosje de Jonge. Zij was gediplomeerd assistent-apotheker. Zij werd op 27 juni 1942 uit het bevolkingsregister van Alkmaar afgevoerd naar Amsterdam, in het kader van de wegvoering van onze joodse stadsgenoten. Voor zover mij bekend heeft zij de bezetting niet overleefd. In de Alkmaarsche Courant van zondag 18 juli 1897 werd bekend gemaakt, dat ingevolge Art. 28 van het Wetboek van Koophandel en bij een akte van 16 juli voor notaris mr. A.P.H. de Lange te Alkmaar, tussen Jan Mesman en Alida Prins was aangegaan een vennootschap onder de firmanaam Ansingh Mesman, voor de tijd van twee jaar, met stilzwijgende verlenging. Daar zij slechts assistent-apotheker was, moest zij een gediplomeerd apotheker aantrekken voor de voortzet ting van haar bedrijf. Wie er als provisor hebben gewerkt is niet geheel duidelijk. In het begin van deze eeuw was het waarschijnlijk J. van Sprang. Van 1908 tot 1927 was bij haar werkzaam Arie Oost- 296

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 6