Als apotheker en chemist heeft hij zeker ook moeilijkheden onder vonden. Op 25 maart 1848 werd hij door de Kantonrechter te Alkmaar veroordeeld tot f25,— boete wegens overtreding van Art. 19 der Wet van 12 maart 1818 (Stbl. nr 16). Deze wet regelde de uitoefening van de verschillende takken der geneeskunde. Het bewus te artikel luidt: „Die genen welke eenen anderen tak van geneeskunst uitoefenen, of op eenige andere wijze de geneeskunst exerceren, dan waartoe zij, volgens den inhoud dezer wet, geregtigd zijn, zullen voor de eerste maal verbeuren vijf en twintig gulden...". Tegen deze uitspraak ging hij in beroep bij de Rechtbank te Alkmaar. Reeds op 16 mei van dat jaar volgde de beslissing en het vonnis handhaafde de opgelegde boete.2 Welke overtreding Ansingh heeft begaan is niet te achterhalen, daar de stukken niet meer aanwezig zijn. Vermoedelijk heeft hij een patiënt medicijnen verstrekt die niet waren voorgeschre ven door een medicus. Ansingh schonk aan het gemeentearchief een tweetal werken, die nu zeer zeldzaam zijn. Het eerste is getiteld „De Pharmacopea Almeriana", Editio Secunda Correcta". Uitgave van 1726. Deze plaatselijke pharmacopee, „is een boekwerk, waarin ten behoeve van de officiële geneesmiddelenbereiding aanwijzingen en voorschriften worden gegeven door de samenstellers, welk werk op enigerlei wijze door een door apothekers en artsen aanvaard gezagsor gaan verplicht werd gesteld, ook al is deze verplichting niet in de titel verwerkt".3 Het gezagsorgaan is hier de Vroedschap van Alkmaar. De titelprent (zie reproductie) is van Adolf van der Laan, naar een ontwerp van de aquarelschilder, tekenaar en plaatsnijder Sieuwert van der Meulen. De samenstellers noemen het de „fraaiste, die in enige vaderlandse Pharmacopee voorkomt". Het tweede boek draagt de titel „Keure ende Ordonnantie op het Collegim Medico Pharmaceuticum" (1723). Het regelt de samenwer king tussen de artsen en apothekers, de examens en de controle in de apotheken. Beide werken, thans in één band, zijn gedrukt bij de Stads-Drukker Jan van Beijeren. Jan Mesman, werd geboren in de Beemster op 11 november 1845, als zoon van de broodbakker Nicolaas Mesman en Alida van der Molen. Hij behaalde zijn apothekersbevoegdheid aan de universiteit van Utrecht op 23 december 1869. Hij bleef Alkmaar trouw tot 1897, om zich daarna te vestigen in den Haag alwaar hij overleed 14 december 1907. 295

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 5