van w.f. stoel tot n.v.
De heer W.F. Stoel sr. (1831-
1903), oprichter van het bedrijf,
begon in 1850 een metselbedrijfje
in Alkmaar en leverde tevens
bouwmaterialen aan derden. Voor
het fabriceren van schelpkalk voor
zijn bedrijf en de handel, bouwde
hij in 1860 naar eigen ontwerp,
een verbeterde kalkoven aan het
Klein Hargen, waar nu het hoofd
kantoor van Stoel Van Klaveren
staat. De overlast en stank, die de
oven veroorzaakte, waar vooral
bierbrouwers tegen ageerden,
noodzaakten de heer Stoel 5 ovens
aan het Zeglis te bouwen, die tot
1965 dienst hebben gedaan. In
1970 werden de ovens gesloopt.
Voor het benodigde natuursteen
dat de heer W.F. Stoel in zijn
bouw toepaste, richtte hij in 1880
een steenhouwerij op onder de
naam Eerste Stoomsteenhouwerij
(afgekort ESSA). Deze was geves
tigd in het oostelijk stadsdeel aan
het Luttik Oudorp met een opslag
plaats aan het Fnidsen, op het erf
van Roderwijn.
Omdat het steeds moeilijker werd
de natuursteen, die per grote
trailers werd aangevoerd uit België,
Italië, Noorwegen, etc., in het
Fnidsen te lossen, werd in 1969
een nieuw bedrijf gevestigd aan het
Zeglis.
In 1890 trad zijn zoon W.F. Stoel
jr. (1869-1931) tot de zaak toe,
welke toen verder werd gedreven
onder de naam Firma W.F. Stoel
Zoon.
Het oorspronkelijke bouwbedrijf
werd in 1900 ondergebracht in de
N.V. Woningmaatschappij Alk
maar, welke zich ontwikkeld heeft
tot een huizenexploitatiemaat-
schappij, voornamelijk van de door
haarzelf gebouwde huizen.
Voor het vervoer van bouwmate
rialen en turf voor de kalkovens
werd gebruik gemaakt van vletten
(ijzeren open vaartuigen met een
laadvermogen van 12 a 18 ton).
Deze bouwde de heer W.F. Stoel
zelf in eigen bedrijf. De zo ontsta
ne scheepswerf, gevestigd aan de
Eilandswal, werd genoemd naar de
Amsterdamse burgemeester/
scheepsbouwer Nicolaas Witsen.
Deze scheepswerf werd in 1920
ondergebracht in een afzonderlijke
naamloze vennootschap, genaamd
N.V. Scheepswerf Nicolaas Witsen
v/h W.F. Stoel Zoon. Deze werf
heeft zich speciaal toegelegd op de
bouw van stalen motorjachten en
binnenvaartuigen. De scheepswerf
handelde ook in ijzer. Deze ijzer
handel werd in 1932 onderge
bracht in een voor dit doel opge
richte naamloze vennootschap, ge-
312