in 1518 werden er reeds bedragen betaald voor het stellen en onder houden van deze drie uurwerken9). Oudere betalingen zijn niet aangetroffen, hetgeen niet verwonderlijk is, want de bijlagen van de rekeningen uit die jaren zijn zeer fragmentarisch aanwezig en van vóór 1516 ontbreken ze geheel. 1Bijdragen Bisdom Haarlem, dl. 65 (1958). 2) Als bronnen werden mij opgegeven: De Vrije Fries, dl. 16 en 18; Noordhollandsche Oudheden, alsmede dr. J. Belonje, Gedenkwaar digheden. Ik heb deze gegevens niet nagetrokken. De klok te Heiloo vond ik in het handschrift: „Opschriften der klokken in Noord-Holland" (Coll. Aanw. nr. 61). 3)Coll. Aanw. nr. 85, fol. 227B. 4) Ibidem nr. 61. 5) Een horlogium was een uurwerk dat in verbinding stond met een klok en aldus automatisch de tijd sloeg. Aangezien de klokslagen wel erg onverwacht weerklonken, liet men ter waarschuwing een eenvoudig wijsje vooraf gaan, het z.g. voorslag. 6) Coll. Aanw. nr. 85, fol. 229B. 7) C. W. Bruinvis, De bouw en versiering der St. Laurens- of Groote Kerk, bl. 219. G.A. Alkmaar, Bibl. A.K. 1F 14x (Overdr. uit B.B.H.). 8)Stadsarchief, inv. nr. 578. 9) Ibidem nr. 577. 310

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 20