Of de eis van 48 gulden ook werkelijk aan Dirck Sijmensz. is toegewezen is niet bekend, daar een register van uitspraken niet meer aanwezig is. Het feit dat dit geschil voor schepenen van Koedijk heeft gediend is echter wel voldoende om aan te nemen dat in ieder geval de eiser of de gedaagde of misschien beiden tot de bevolking van Koedijk hebben behoord. Ook is het zeer wel mogelijk dat Jan Pietersz. Commandeur dezelfde persoon is als de in 1638 genoemde Jan Pietersz. groenlantvaerder alias harponier. Hij zou dan in deze vier jaar tijd van harpoenier zijn opgeklommen tot commandeur. Dat er ook walvisspek werd verhandeld blijkt uit het volgende. Op 25 oktober 1703 treden als eisers op Pieter en Jan Jacobsz. Spierdijk, beiden wonende te Koedijk. Zij eisen van Louris Sijmonts te Huis waard, in de banne van Koedijk, terugbetaling van 1 gulden en 18 stuivers die hij te kwader trouw heeft ontvangen voor een partij „bedurve walvisspeck". Het vonnis luidt, dat de gedaagde 1 gulden en 4 stuivers terug moet betalen en dat de eisers het walvisspek terug moeten geven. Geraadpleegde bronnen: Oud Rechterlijk archief Koedijk nr. 6212, 6213 en 6215. Capelle a.d. IJssel, december 1979 300

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1980 | | pagina 10