raadselen rond de stads
apotheek? W. A. FASEL
Onder bovenstaande titel publiceerde de heer Elte in de Alkmaarse Courant
van 9 mei 1978 een verhaal over de moeilijkheden rond de benoeming van
een stadsapotheker. De schrijver werd zeer belemmerd door het feit, dat in
het verleden de gemeenteraad zich veelvuldig achter gesloten deuren
terugtrok. Het onderschrift onder de bijbehorende foto, luidende: „Geheim
zinnigheden achter de muren van het stadhuis" is dan ook zeer terecht. Wat
toen geheim was behoeft echter geen geheim te blijven, als men de moeite
neemt behalve het raadsverslag ook de archieven te raadplegen.
Het geval heeft zich als volgt toege
dragen: Op 1 maart 1878 vroeg de
stadsapotheker J. P. F. Wennen per 1
juni ontslag wegens zijn benoeming
te 's-Hertogenbosch 1Reeds op 29
maart konden B. en W. de Raad een
voordracht tot benoeming van een
nieuwe stadsapotheker aanbieden,
waarop twee namen prijkten, n.l. 1.
J. B. Nagelvoort te Amsterdam en 2.
J. J. Boursse, eveneens te Amster
dam. 2). Hierover werd op 3 april
vergaderd achter gesloten deuren. De
geheime raadsnotulen lichten ons
echter nader in 3). De kwestie was,
dat Nagelvoort onder voorbehoud
gesolliciteerd had. reden waarom de
Raad besloot naar zijn motieven te
vragen. Aangezien men inzag dat een
jaarwedde van 800,wel erg ge
ring was. werd het bedrag verhoogd
tot 1.000,en werd tevens beslo
ten een nieuwe oproep te plaatsen.
Hier kwam bij. dat Bruinvis niet
geloofde dat Nagelvoort geschikt
was. N. was in Oost-Indië geweest en
het gerucht ging dat daar zijn vergun
ning was ingetrokken wegens oneer
lijke handelingen. Men zou de In
specteur van het Geneeskundig
Staatstoezicht om inlichtingen vra
gen.
Reeds de volgende dag werd Na
gelvoort schriftelijk uitgenodigd zich
nader te verklaren en weer een dag
later bood deze een geschrift aan.
getiteld„Denkbeelden over instruc-
tiën van den stadsapotheker. burge
meester en wethouders van Alkmaar
aangeboden door den sollicitant J. B.
Nagelvoort" 4). Deze „denkbeel
den" lezend krijgt men de indruk, dat
er bij de stadsapotheek heel wat zou
moeten veranderen. Een van zijn
voorstellen was de functie van apo-
theekbediende op te heffen en diens
salaris bij dat van de stadsapotheker
te voegen. Men kan zich erover ver
wonderen dat Nagelvoort zijn ge
schrift zo spoedig gereed had en
tevens kan men zich afvragen hoe hij
aan zijn gegevens kwam.
De nieuwe oproep ging uit en
behalve Nagelvoort en Boursse, die
weer van de partij waren, meidden
zich twee nieuwe candidaten, n.l. J.
van Riel te Gouda en A. H. Daenen
te Heithuizen. De benoeming vond
plaats in de raadsvergadering van 24
april. Toen het punt aan de orde
kwam gingen de deuren dicht en toen
de vergadering weer openbaar werd
bleek de Raad de volgende voor
dracht te hebben opgesteld: 1. J. B.
Nagelvoort. 2. J. van Riel. 3. J. J.
Boursse, 4. A. H. Daenen. Achter
gesloten deuren had zich echter het
een en ander afgespeeld. Uit de
203