de hout van rubempré
allerlaatst overgebleven stuk pad
in de „Hout van Rubenpré"
heeft laten verdwijnen.
1.) „Nederland's Patriciaat" XII,
1921/2 bldz. 113 sub 12.
2.) Gemeente-archief Alkmaar
oud-rechterlijk archief deel 277
j". 186 fol\ 395 (acte van 28
Zomermaand 1809).
3.) C. W. Bruinvis „Het Patrio
tisme te Alkmaar", Alkmaar
1886, bldz. 19 noot 1dezelfde
„Catalogus der Prentverzame
ling over Alkmaar en Omstre
ken", Alkmaar 1890, bldz. 48
sub 733. Albert v. Panders
werd begraven te Alkmaar in de
Grote Kerk 6 april 1781 in graf
noordergang 62, waarin op 27
januari 1809 zijn zoon Jan werd
bijgezet. Zie voor deze familie
Oud-Rechterlijk archief als vo
ren deel 25, fol". 227.
4.) Justinus van Beugen, geboren
's-Hertogenbosch, zoon van
Paulus en Maria de Kiewiet;
pastoor der Statie van S. Fran-
ciscus sedert 1818t oud 59 jaar
op 27 oktober 1834- wijk A.
340; zie bldz. 195/6 „Bijdragen
v.d. Geschiedenis van het Bis
dom Haarlem" XXII, 1897.
5.) Acte voor notaris Mr. A. de
Lange, Alkmaar, 2 juni 1752,
notar. archief dl. 640 en in deel
641 deacten van 14 juli 1755, 4
sept. 1755, 29 mrt. 1756 en 16
sept. 1758.
6.) Algemeen Rijksarchief 's-Gra-
venhage, archief Hof van Hol
land, inventaris requesten man
dement 3180 met „fiat ut peti-
tur" van 7 febr. 1758; acte v.
notaris P. Groen. Alkmaar van
11 juni 1758 inventaris deel
594; acte v. notaris A. Boot
sman, Alkmaar 7 maart 1766
no. 137 en dd. 28 juli 1767 deel
700, n". 335.
7.) Hij was zoon van N. de Graeff
en Maria van Ringh; hij werd
begraven Gr. Kerk Alkmaar
noorder-kruis (n.-transept) 74
op 1 febr. 1760.
8). Acten v. Mr. A. de Lange vnd
19 dec. 1751 deel 639 en v. P.
Groen vnd. van 18 mrt. en 16
mei 1766 inv. dl. 599.
9.) Acten v. nots. J. L. van der
Tooren ald. van 13 mrt. en 16
mei 1781 inventaris a.v. dl.
791. Vgl. „Gens Nostra" VIII,
1953 blz. 77.
10.) Bij acte verleden te Brussel 17
aug. 1791 voor de daar geves
tigde notaris Antonius Josephus
Lecomatin; zie de acte van 14
juli 1792 voor notaris Mr. P.
Panneboeter te Alkmaar deel
810, n'. 913.
11„De Nederlandsche Leeuw" II,
1884, bldz. 85S. van Leeuwen
„Batavia Illustrata" 's-Gra ven-
hage 1685 bldz. 894/5; G. F.
Krebel „Europaisches Genea-
logisches Handbuch", Leipzig
1766, S. 304; „Le Théatre de la
Noblesse du Brabant", Liege
1705, p. 91; Bon. de Hercken-
rode „Nobiliaire des Pays-Bas
et du Comté de Bourgogne", I
Leuven 1760, p. 161 sqq. en F.
V. Goethals ..Dictionnaire Ge-
néalogique et Héraldique des
Families Nobles du Royaume
de Belgique" III, 1850, p. 380/
1.
12.) A. Fahne „Geschichte der Gra-
fen jetzt Fürsten zu Salm-Reif-
ferscheid", Köln 1866; „Alma-
nach de Gotha" CVII, 1870, p.
53 en E. Richardson „Ge
schichte der Familie Merode",
I, Prag 1877, S. 179.
192