ijsvermaak
Ijsvermaak bij een molen", Pa
neel Lodewijk Johannes Kleijn
(1817-1897)'.
sen en molens horen bij elkaar".
Kort nadien trof Joop Voorn op
een verkoping ten bate van de
ontwikkelingslanden een partij
schaatsen aan waarvoor niemand
zich had geïnteresseerd en die hij
voor twee gulden het stel mee
nam en die is gaan „mooi ma
ken", wat wil zeggen oppoetsen.
Hij had daarmee al vijfentwintig
paar bijeen. Dat begin van een
kollektie is intussen sterk uitge
breid, want Joop Voorn mag zich
verheugen in diverse schenkin
gen voor het schaatsmuseum,
een museum overigens dat zich
niet beperkt tot schaatsen alleen:
op zijn minst zijn „ijsvermaak"
en „molens" termen die Joop
Voorn aanspreken. Niets van wat
geschonken wordt, rekent hij tot
149
Molens op tegels.