ijsvermaak recordhouders als bijvoorbeeld Reinier Paping. „Wat me ook leuk lijkt, zijn de duwsleetjes. Er zou ook een, koek en zopie' in de verzameling moe ten komen. Wat ik ook zoek, zijn gezegdes. Er moeten in onze taal veel uitdrukkingen zijn die op schaatsen slaan, zoals onder an dere ,Een scheve schaats rijden'. Het kan niet anders of in een land waar de schaatssport zo populair Griekse molen. is, moeten heel wat van dat soort gezegden bestaan". Aan de oude schaatsen die de heer Voorn heeft verzameld, kan men duidelijk zien dat ze hand werk zijn. „Vroeger gebruikte men een heel ander soort staal dan tegenwoordig. Als je dat staal oppoetst wordt het zo mooi als een oud jachtgeweer. Het staal van een loop kan ook zo mooi glanzend glimmen. Die schaat sen van vroeger kun je uit elkaar halen, net als een geweer. Het ij zeren onderstuk is precies een botter. Je kunt zien dat er aan die schaatsen veel zorg werd besteed. Ze hadden vroeger een schaat- senslijpblok om ze vlak te slij pen". Onder de schaatsen die de heer Voorn heeft gekregen, bevinden zich veel rondrijders. Noord-Hol land is de bakermat van het schoonrijden. Dat schoonrijden of „zwieren" deed men met z'n tweeën of met z'n drieën, vooral in de hoek Wieringerwaard-War- menhuizen-Alkmaar. Men schaatste om geld maar meestal om medailles. De molenbouwers versierden de „assekop" met een sterretje. De assen waren vroeger van hout. Sinds IS 10 giet men ze uit ijzer. (p. 150).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1977 | | pagina 16