oud alkmaar
eigen blad. alsmede de moeilijkheden rond het Alkmaars Jaarboekje.
Over deze laatste kwestie (die hardnekkig wordt aangemerkt als een
..geschil'" tussen de Vereniging Oud-Alkmaar en de redactie van het
Jaarboekje; hetgeen onjuist is, want het gaat in concreto om de onwil
van een aantal mensen om met de heer Cordfunke samen te werken)
zouden bladzijden vol te schrijven zijn. Hetgeen echter niets zou oplos
sen. Ontdaan van persoonlijke grieven is de kwestie eigenlijk vrij sim
pel. Het gaat erom, dat door het aanvragen van gemeentelijke subsidie
de zaak principieel anders is komen te liggen en de vraag gesteld mag
worden, of het zinvol is gemeenschapsgeld te steken in een boekje,
waarvan er (n.b. in een stad met 65.000 inwoners en met een histori
sche vereniging van 850 leden) slechts 2 a 300 worden verkocht, of dat
het wellicht anders en beter kan. Mensen uit de kringen van ons vere
nigingsblad zijn van het laatste overtuigd en zelfs bleek de bereidheid
aanwezig om met een eigen jaarboek te komen, nu het Alkmaars Jaar
boekje op sterven na dood leek te zijn en een uitgever spontaan een
belangrijk bedrag in het vooruitzicht stelde. Op aandrang van burge
meester De Wit werd echter gepoogd tot verbreding van de redactie te
komen. Zijn voorstel hield in, dat de huidige redactie met de heer
Cordfunke als aanvoerder zou blijven zitten en dat Oud Alkmaar één
redactielid zou mogen toevoegen. Voor ons bestuur was dit onaan
vaardbaar, aangezien van onze ideeën weinig terecht zou komen. Het
tegenvoorstel van Oud Alkmaar, dat een iets reëler zetelverdeling be
oogde. werd eveneens verworpen, waarna ieder zijns weegs ging. De
uitgever van het Jaarboekje was echter vóór aanneming van de voor
stellen van Oud Alkmaar en tevens had ook hij bezwaren tegen de
inhoud van het boekje, waarna een conflict tussen uitgever en redactie
een feit was. Dit gaat echter buiten Oud Alkmaar om.
Inmiddels heeft de vereniging haar 50-jarig bestaan gevierd. Een
van de meest heugelijke feiten bij die viering was de verzoening met
mr. J. Belonje. de enige nog in leven zijnde oprichter, die zolang de
historische schoonheid van Alkmaar heeft voorgestaan, als het moest
ook tégen de officiële lijn van de vereniging in.
Hoe de vereniging zich in de komende jaren zal ontwikkelen is een
open vraag. Het hangt ervan af hoe Alkmaar en de Alkmaarders zich
zullen ontwikkelen. Wie waagt zich aan een voorspelling'? Want alles is
momenteel in beweging en er is nauwelijks een ongeschikter moment
dan dit om een geschiedenis van de vereniging te schrijven. Het is dan
ook eerder een tussentijdse balans dan een afsluiting. En de bede, die
hierna volgt, houdt tevens onze hoop voor de toekomst in: Alkmaar
der. als je iets voelt voor het behoud van onze mooie historische stad.
help ons dan door lid te worden van de vereniging Oud-Alkmaar.
(slot)
106