oud alkmaar den, werden de voorstellen van het bestuur overgenomen en over de oppositie wordt in het jaarverslag niet meer gerept. Achteraf is men geneigd te concluderen, dat de voorstellen van de opposanten zeker niet onredelijk waren, alsook, dat het zonder meer afwijzen van een historisch blad of jaarboek geen gelukkige beslissing is geweest. Men kan zich echter afvragen, of het tijdstip van de actie nu wel zo gelukkig gekozen was, nu de Vereniging na een jarenlange strijd nog niet op adem was gekomen. Ook schijnen veel leden zich geërgerd te hebben aan de wijze waarop de voorstellen werden gepre senteerd en vond men met name de opmerkingen aan het adres van het bestuur, dat zoveel voor Alkmaar had gedaan, hard en onrechtvaardig. Hoe het ook zij, enige leden die het met het bestuursstandpunt on eens waren stichtten het Alkmaars Jaarboekje. Vermoedelijk ware het tactischer geweest indien zij enig geduld hadden betracht, want zo is de mening van velen - het jaarboekje zou er toch wel gekomen zijn, namelijk als orgaan van Oud Alkmaar. Hetgeen m.i. de enige basis is. waarop een dergelijke periodiek zich ook financieel kan staande houden. Het heeft niet zo mogen zijn en Cordfunke c.s. gingen hun eigen weg. Zij schonken Alkmaar een serie publicaties, die grotendeels op een hoog peil staan. Tevens echter ontstond een sfeer van animosi teit, die in de jaren die volgden de verhoudingen in toenemende mate zou verknoeien en die nog steeds de groei naar gezonder verhoudingen te weten een jaarboek van en voor de leden van de historische vereniging in de weg staat. Tijdens genoemde vergadering van 3 maart 1966 trad Ringers na 20 jaar als voorzitter af. Deze man, die nimmer van wijken wist en aan wie Alkmaar het behoud van zijn binnenstad te danken heeft, werd terecht tot ere-voorzitter benoemd. Ook traden mevr. A. E. de Lange - van Foreest en dr. H. J. M. Hofstee reglementair af. aangezien het aantal bestuursleden van 9 tot 7 werd teruggebracht. De opvolger van Ringers was J. J. Schilstra, de huidige voorzitter. In 1966 ook werd de eerste kerstprent uitgegeven. De strijd was in 1966 nog niet gestreden. Kenmerkend voor het beleid onder een nieuwe voorzitter was echter de betere verstandhou ding met de gemeente. In de loop van het volgend jaar (1967) kwam de sanering van het Oostelijk Stadsdeel aan de orde. Op 25 oktober hield de heer N. M. Spaltman, chef van de Stedebouwkundige Afdeling van de dienst Openbare Werken, voor een eivolle zaal een lezing over ..Tien jaren saneringsplannen Alkmaar onder het motto: ..De toene ming van het autoverkeer blijkt niet tot de ondergang, doch tot het behoud van oude stadskernen te leiden". In dat jaar ook maakte Oud- Alkmaar bezwaar tegen de nieuwe straatverlichting, die weinig pas send werd geacht voor onze binnenstad. (wordt vervolgd) 83

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1976 | | pagina 7