zoutziederij
van het gebouw aan de Schelphoek onduidelijk is. Daarom het volgen
de.
Het zuid-oostelijk deel van de Alkmaarse binnenstad, begrensd door
Zoutstraat. Keetgracht. Baansingel. Baanpad. Voormeer en Verdron-
kenoord, kunnen we beschouwen als een van de eerste industriegebie
den van Alkmaar. Op 12 maart 1560 bepaalde de Alkmaarse vroed
schap dat aan de zuid-oostkant van de stad een terrein aangeplempt
diende te worden. Veertien jaar later, in 1574, werden de kavels in dit
nieuwe stadsdeel uitgegeven voornamelijk ten behoeve van de bouw
van zoutketens. Behalve deze industrie troffen we in dit gebied ook de
stadstimmerwerf, molens en verschillende ambachtelijke zeilmakerijen
en bierstekerijen aan.
Vooral in vroeger eeuwen was zout een bijzonder belangrijk pro-
dukt, met name werd het aangewend als conserveringsmiddel voor
vlees en vis. Tussen de achtste eeuw en zestiende eeuw werd het zout
gewonnen uit zouthoudend veen. Dit veen werd gedroogd en verbrand
en vervolgens werd de as in zeewater opgelost, waarna het werd inge
dampt boven vuren. Deze vorm van zoutwinning had omvangrijke
veenafgravingen het z.g. duriesteken tot gevolg, wat de waterke
ringen aan de kust niet ten goede kwam. De grote Sint Elisabethsvloed
van 1421 kon dan ook zover in het land binnendringen, omdat de
waterkeringen sterk verzwakt waren. Na de Sint Elisabethsvloed werd
het afgraven van veen ten behoeve van de zoutwinning dan ook verbo
den. Er moest dus naar andere wegen gezocht worden om het zo
noodzakelijke conserveringsmiddel te verkrijgen.
In de kuststreek werd door verdamping van het zeewater in putten
(vergelijk de plaatsnaam Petten) grofkorrelig zout gewonnen. Dit zout
werd onder andere naar Alkmaar vervoerd, naar de verscheidene, in
het zuid-oostelijk deel van de stad gebouwde, zoutketen. In deze zout
keten werd het grofkorrelige zout vervolgens gereinigd en geraffineerd
in grote met turf gestookte ketels. Hierna ontfermde de handel zich
over dit belangrijke produkt. Door de zoutwinning uit de zoutlagen te
Boekelo vanaf 1919 werden de zoutziederijen een voor een weggecon
curreerd. De een na de ander verdwenen de gebouwen en alleen de
Zoutziederij de Eendragt heeft de eeuwen overleefd. Omdat voor een
belangrijk deel de installatie in het gebouw terug te vinden is is de
Eendragt een belangrijk monument. Niet alleen vanwege de architec
tonische kwaliteiten, maar vooral als representant van een van de oude
bedrijfstakken. Op werkplaatsen en fabrieken moeten wij in Alkmaar
zuinig zijn. Uit vroeger eeuwen hebben we alleen nog de stadstimmer
werf aan de Keetgracht, de bierbrouwerij ..De Boom" aan de Houtil
en dan de zoutziederij ,.De Eendragt" aan de Schelphoek. Laten we
het zo houden.
99