oud alkmaar 1925-1975 (4) W. A. FASEL Op 12 december van dat jaar werd t.g.v. het 25-jarig bestaan van de Vereniging een feestavond in Victory gehouden. Op elke tafel stond een kandelaar met brandende kaarsen en aan de muren hingen vetpot jes. Kelners in 18e eeuwse kledij met staartpruiken op serveerden de koffie. De heren rookten uit lange pijpen en de dames breiden of handwerkten. Mej. van der Voort en de heer Bankert brachten op rijm hulde aan het bestuur en de Vereniging, er waren vele sprekers, de boerenjongens en heiligmakers gingen rond, er werd gemusiceerd en ook zong men liederen van Maartje Zwaan. Waardiger, stemmiger en grootser had Oud-Alkmaar het zilveren jubileum niet kunnen geden ken", schreef de Alkmaarsche Courant terecht. Het feest was, zo lijkt het nu, een adempauze in de strijd die alreeds was losgebarsten. De onhoudbare verkeerssituatie in Alkmaars binnen stad was de inzet. In 1951 wendde het bestuur zich tot de Verkeers- commissie: ,,Het bestuur heeft bij het overwegen van zijn antwoord geen ogenblik getwijfeld, dat de richtlijnen in principe deze moeten zijn, dat bij botsingen van belangen, het belang van het behoud van het aloude aspect van de stad niet mag wijken voor het zogenaamde ver- keersbelang. Inderdaad kan op deze wijze het verkeersprobleem wor den opgelost. Op die wijze lost men ^venwel tegelijkertijd ook iets anders op in letterlijke zin, namelijk de „ziel" van deze oude stad, die verdwenen zal zijn, wanneer men verder gaat op een weg, welke helaas in de 19e eeuw en in het begin van deze eeuw reeds te ver is bewan deld". Een duidelijk standpunt, dat geen compromissen toeliet. Had het bestuur ook een oplossing te bieden of beperkte het zich tot een irreëel negativisme, zoals Oud-Alkmaar meer dan eens verweten is? Het bestuur had wel degelijk een oplossing bij de hand ,,en wel in dien zin, dat het verkeer zal dienen te worden beperkt en op bepaalde plaatsen zelfs geheel zal dienen te worden verboden". Het bestuur bepleitte voorts de aanleg van parkeerplaatsen buiten het centrum en het omleggen van verkeersroutes. „Het bestuur acht het b.v. niet no dig, dat het verkeer naar de Friesebrug zich via het smalle Ritsevoort dwars door de binnenstad beweegt, aangezien een route buitenom via de Geestersingel het aangewezen middel lijkt om het verkeer in de winkelstraten te ontlasten". Als er enige behoefte bestaat aan triomfa lisme, dan kan men stellen dat deze denkbeelden van Oud-Alkmaar vroeg of laat zijn aanvaard. In 1952 (27 maart) werd voor het eerst in de geschiedenis van de 58 59

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1976 | | pagina 3