beverlandt en de
westbeverkoog
J. BELONJE
Nu de kranten de laatste tijd niet ophouden onze aandacht te vragen
voor de West-Beverkoog. een sedert 1872 gereglementeerd poldertje
ten noord-oosten van onze stad. kan het wellicht zijn nut hebben om
hier iets mede te delen over de herkomst van die naam.
Het is bekend, dat voor de bedijkers van de Heer Hugowaard uit
1624 bij hun onderneming het feit een bizondere aantrekkelijkheid
heeft gevormd, dat het meer waarop de keuze gevallen was over het
algemeen slechts een geringe diepte bezat. Want in tegenstelling met
wat bij verschillende Hollandse meren het geval was, werd het water
vlak hier namelijk onderbroken door een aanzienlijke reeks van eilan
den en eilandjes. Ik heb van dit verschijnsel onder het aanhalen der
namen van de meesten daarvan melding gemaakt in mijn in 1929
verschenen gedenkboek van het 300-jarig bestaan van die polder (bldz.
4/5).
Eén van die eilandjes nu was genaamd Beverlandt. Het lag daar,
waar de polderkaart ook thans nog de afdeling A. aanwijst, ten zuiden
dus van het vroegere eiland de Vlaerdingh en ten oosten van St. Pan-
cras. De bedijkers hadden de gronden nodig en zij slaagden erin het
terrein aan te kopen voor een som van 1030.dd. 10 oktober 163 1
waarop de rechthebbende twee dagen later volmacht tot transport ver
leende ten overstaan van de Alkmaarse notaris H. J. van der Lijn (dl.
43, fol. 64). Zij was joffr. Adriana Burchgraeff, de weduwe van Mr.
Daniël Colterman, die tot kort tevoren te Alkmaar in de „Corenstraat"
woonde en als baljuw fungeerde van de Nieuw- of Nijenburgen, het
grotendeels om Alkmaar zich uitstrekkende rechtsgebied; een zoon
was hij van Hans Colterman. rentmeester van Kennemerland, burge
meester en raad van Haarlem en van Susanna van Vlierden Daniels-
dochter.
Het overgedragene was, althans voor een gedeelte, leengoed van de
Grafelijkheid van Holland en de verkoopster had het verworven als
testamentaire erfgename van haar man, die in de Alkmaarse Grote- of
St. Laurenskerk begraven was op 1 juli 1630. Lang had de erflater het
Beverlandt als vazal nog niet in zijn bezit gehad, want blijkens de acte
verleden voor notaris C. J. Baert te Alkmaar van 3 juli 1637 (dl. 95,
fol. 22 vso.) was het hem toen overgedragen door Cornelis Pietersz.
Coninck. zich noemende en schrijvende ..Cornelius Petrius Regius" te
Zuid-Scharwoude. aan wie het juist tevoren was aangekomen door
39