oud alkmaar
van Oud-Alkmaar is een project in groter verband zou misschien
veranderen in enthousiasme als men de konsekwenties van ons werk
beter doorzag. Misschien betere voorlichting? Het is n.1. duidelijk,
dat het werk van Oud-Alkmaar op de duur moet leiden tot het ont
staan van Alkmaar als toeristenstad. De toeristenstroom is er allang,
dank zij het kaasgebeuren op vrijdagochtend. Het viel me echter op
dat Alkmaar kennelijk niet in staat is de vreemdelingen langer dan
een paar uur vast te houden, zodat de middenstand er minder voordeel
van heeft dan mogelijk zou zijn. Er ontbreekt iets aan onze infrastruc
tuur, te weten een keur van attracties, die het „dagje Alkmaren" tot
een realiteit maken. Reden waarom ik gepleit heb voor de stichting
van een kaasmuseum. Zo'n museum alleen doet het hem natuurlijk
niet, evenmin als een schilderijengalerie hier en een gerestaureerd
pandje daar. Een pakket van dergelijke attracties bij elkaar scheppen
echter een infrastructuur, die toerismebevorderend is. Het restaureren
van oude panden en het ijveren voor het beschermd stadsgezicht komt
derhalve niet of niet alleen voort uit een wereldvreemd hobbiïsme,
maar er steekt ook een visie achter op het functioneren van onze stad.
In voorgaande regelen en het zijn er nogal wat is voorname
lijk gesproken over monumenten. Oud-Alkmaar is m.i. dan ook een
typische monumentenvereniging, waarin de belangstelling voor de his-
toriebeoefening zich vrijwel beperkt tot de lezingen, die zo'n vier of
vijf keer per jaar gegeven worden. Het aantal beoefenaren van de
plaatselijke geschiedenis, die de Vereniging in de afgelopen 50 jaren
heeft voortgebracht, is minimaal en zelfs meen ik te mogen stellen, dat
men eerder door de geschiedbeoefening tot Oud-Alkmaar komt dan
andersom.
Hoe de oprichters het zich 50 jaar geleden hebben voorgesteld is
nog na te gaan. In de Alkmaarsche Courant van 12 december 1925 is
n.1. een ingezonden stuk opgenomen, waarin kennis wordt gegeven van
de oprichting op 10 december. Doelstellingen waren: 1. De Historische
Schoonheid van Alkmaar en omgeving te beschermen en voor het
nageslacht te bewaren. II. De studie der plaatselijke geschiedenis aan
te moedigen. Men kon lid worden voor 2,per jaar. donateur voor
5,per jaar. terwijl men ook nog de titel van „fondateur" kon
verwerven voor het bedrag van 100,De statuten waren opgesteld
door een redactiecommissie, bestaande uit mr. C. J. de Lange. L.
Groen en mr. A. D. van Regteren Altena. Er werd een bestuur geko
zen: Jhr. H. van Foreest, voorzitter, mr. R. G. J. Maas Geesteranus,
vice-voorezitter, mr. M. Moens, penningmeester, mr. A. D. van Regte
ren Altena, secretaris, en mr. J. Belonje, adjunct-secretaris. Burge
meester Wendelaar werd tot ere-voorzitter benoemd en tevens besloot
men zich in verbinding te stellen met de gemeentearchivaris Dresch,
20