oud-alkmaar
1925-1975
W. A. FASE1.
De praktijk beweegt zich na een eeuwenlange periode van bijna volko
men vrijheid naar een bijna volkomen onvrijheid om met zijn panden
te doen wat men wil. Momenteel bevinden wij ons ergens tussen beide
opvattingen in. Er zijn voorschriften en regels inzake het bouwen en
zelfs is er een monumentenlijst, hetgeen niet kan verhinderen dat er
opmerkelijke uitschieters naar beide kanten te constateren zijn. Ener
zijds zijn er goedwillende burgers, die geheel vrijwillig en met grote
offers een bouwvallig (en soms niet eens zo interessant) pand in de
oude staat herstellen, anderzijds zijn er ondernemers, die erin slagen
een monumentaal pand te doen verdwijnen en een of ander architecto
nisch monstrum door de commissies weten te slepen. Voor Oud-Alk
maar een reden om nog intensiever dan voorheen de vinger op de pols
te houden. Soms leidt dit tot resultaten, soms staan wij met lege han
den plus een fikse dosis zelfverwijt.
Overigens heeft bovenstaande problematiek een aantal aspecten, die
voor mij onverklaarbaar zijn. Met name van het functioneren van de
middenstand begrijp ik niets. Oud-Alkmaar spant zich in om het histo
rische stadsbeeld te behouden en zo mogelijk terug te brengen. Aange
zien het duidelijk is. dat de toeristen naar Alkmaar komen voor de
historische binnenstad en niet voor Overdie of het Eloefplan, zou men
derhalve verwachten dat de middenstanders de meest enthoudiaste Oud-
Alkmarianen zijn en dat ze in de rij staan om hun vaak zeer fraaie-
historische panden hun oude luister te hergeven. Het tegendeel is waar.
Hoewel enige middenstanders hun naam met gouden letters in de an
nalen van Oud-Alkmaar hebben geschreven, waren zij als groep de
meest fervente voorstanders van afbraak en demping. Hun winkelpan
den bestaan veelal uit een fraaie hals- of trapgevel, met daaronder
als het aandoenlijk bewijs van totale smakeloosheid een soort aqua
rium.
Voorts is het duidelijk, dat een arbeider of ambtenaar er alleen maar
last van heeft als dagelijks de straten van zijn stadje gevuld zijn met
toeristen (zie Brugge, Altenahr en Vianden), zodat hij een zucht van
verlichting slaakt als het ..seizoen" weer voorbij is. Degenen die eraan
verdienen zijn middenstanders. Opmerkelijk is echter, dat de V.V.V.'s
gewoonlijk door niet-middenstanders bestuurd worden, terwijl de mid
denstanders vaak niet eens lid zijn. Zodat de gemeenten soms grote
bedragen moeten bijpassen. Deze afzijdigheid van de middenstand ten
aanzien van projecten in groter verband ook het streven en werken
19