alkmaars allerlei
ALKMAARSE DAMES IN HET VERLEDEN
Diverse schrijvers, reizigers e.d. hebben in de loop der jaren geschre
ven over Alkmaar niet alleen, doch ook over de Alkmaarse dame,
zoals die toen op de bezoeker „over kwam".
Arend van Buchell schrijft bijv. in zijn dagboek op 15 juni 1591:
„Ik heb hier opgemerkt, dat de vrouwen niet bleek of blank, maar
vaal van kleur zijn. naar ik geloof door de schadelijke lucht of de
nabijheid der zee. Aldus echter niet de beschaafde en als rijk bekend
staande zusters Sonnevelt, waarvan de door vele vrijers begeerde, jong
ste, Hester, om hare schoonheid geroemd wordt."
Eerder, op 25 mei 1591, schrijft hij aan zijn vriend Johan de Wit
over Alkmaar:
„Een middelmatige stad, maar als een dorp zo stil, koude en ruwe
lucht, waterrijke en vochtige bodem en aan scherpe winden blootge
steld, halfboerse inwoners. Niets van prettig stadsleven, niets van Ve-
nus, tenzij er misschien van andere Hollandse ondeugden verborgen
zijn. De Sonneveltse en Meesterse nimfen zijn niet te versmaden. Wat
zal ik over de overige meisjes zeggen? Er zijn er goed van gedaante,
maar zonder bevalligheid; eigenaardige, maar mij niet behagende kle
ding en manieren. De gelaatskleur van de meesten is ook niet blank,
maar vaal; ik weet niet of de dikkere lucht en de inademing van het
zeevocht daartoe aanleiding geven."
Dat weten we dan weer van de Heer Arend Buchell. Volgende keer
laten wij E. Maaskamp in 1810 eens aan het woord
J. Meurs
30