oud alkmaar
open ramen sliepen teneinde licht en lucht hunne woning te doen
binnentreden. Het tijdperk ook, waarin de gemeentebestuurders veelal
als woordvoerders optraden van de machtige Kamers van Koophandel
en niet te vergeten de Middenstand, die voortdurend om nieuwe voor
zieningen vroegen en wel op gemeentekosten. Wat goed was voor de
industrie en de winkelbedrijven werd geacht goed te zi jn voor de gehe
le bevolking. De arbeiders hadden weinig in te brengen het alge
meen kiesrecht werd eerst na de Eerste Wereldoorlog ingevoerd en
ook van hen was weinig te verwachten, aangezien bij de arbeidersver
tegenwoordigers het probleem van de werkgelegenheid centraal stond.
Afbraak heeft nieuwbouw tot gevolg, hetgeen werk voor enige tiental
len of honderden betekent. Zo simpel ligt dat.
Welbeschouwd is het verwonderlijk dat nog zoveel van de oude stad
overeind staat. Dat dit het geval is, hebben we te danken aan de oudva-
derlandse zuinigheid (men kan het ook bekrompenheid noemen), die
werkte met sluitende begrotingen en „riemen" waarmee „geroeid"
moest worden. Daarvoor moest zelfs de volksgezondheid wijken. Trou
wens, als men vandaag aan de dag de troosteloze fabriekscomplexen en
monotone arbeiderswijken beschouwt, dan kan men zich niet aan de
indruk onttrekken dat het motief van de „volksgezondheid" met de
nodige bijbedoelingen werd gehandteerd. Ook de werkgelegenheid
hoe belangrijk ook heeft de decennia-door gefungeerd als een stok
achter de deur. De middenstanders, die in de tachtiger jaren van de
vorige eeuw de Mient wilden dempen, lieten niet na erop te wijzen dat
zij „brood aan tientallen huisgezinnen verstrekten" en ook vandaag
aan de dag komt het voor, dat ondernemers de stad dreigen te verlaten
als aan hun verlangens niet wordt voldaan. Het onder druk zetten van
mensen getuigt zelden van welwillendheid, doch het wordt bijzonder
bedenkelijk als het levensgeluk van mensen (c.q. werknemers) tot inzet
wordt gemaakt. Hoever gaat de geoorloofdheid in deze en waar ligt de
grens met het ongeoorloofde? Kan b.v. een bedrijf, dat aan een X
aantal mensen werk verschaft, daaraan het recht ontlenen de stad te
vernielen of te verminken. M.i.een hoogst actuele vraag. Zie b.v. het
pand van V. en D. aan de Oudegracht en dat van Witteveen aan de
Langestraat. Er zijn enige honderden mensen ik behoor daartoe
die elke keer als ze deze wanproducten passeren smartelijk worden
getroffen danwel een doffe woede in zich voelen opstijgen. En het
aantal mensen dat aldus reageert neemt voortdurend toe. Het gaat in
feite om de vraag: Van wie is die stad nu eigenlijk? Van ons allemaal,
zodat elke inwoner over uiterlijk en vormgeving zijn stem kan laten
horen, of van een aantal particulieren, zodat elke ondernemer en win
kelier de vrijheid moet hebben groepen medeburgers leed toe te bren
gen door het neerzetten van smakeloze bouwsels. Voor Oud-Alkmaar
is dit allang geen vraag meer en er is ook een oplossing voorhanden.
n.1. het gebied binnen de singels tot beschermd stadsgezicht te verkla
ren.
6
(wordt vervolgd)