oud alkmaar aan de Oudegracht en op het Eiland zijn toen en in de volgende jaren verdwenen." Enige jaren eerder (1802) vond de eerste en voorlopig laatste actie tot behoud van een historisch gebouw plaats. Het stadsbestuur had het besluit genomen de Friese-Binnenpoort voor afbraak te verkopen, waartegen enige burgers in het geweer kwamen. Zij wilden de paar honderd gulden, die nodig waren voor restauratie, bijeen brengen en verzochten het stadsbestuur het besluit uit te stellen. Een gevangene, die eveneens tot de sympathisanten behoorde, liet de poort spreken: 't Gevoelloos Nageslacht verkoopt, om geld te krijgen. Mij, oude Vrieschepoort, voor afbraak, uit de hand. Mij, die het Spaansch Canon, zoo dapper bragt tot zwijgen. Mij. die een cieraad was in 't Vrije Nederland. Het vermoeden rijst, dat men niet zozeer bekommerd was om de Friesepoort als historisch bouwwerk, als wel om de poort als symbool van het verzet tegen Spanje. Het stadsbestuur trok er zich echter niets van aan en liet de binnenpoort afbreken. De buitenpoort is opgeruimd ten behoeve van het Noordhollands Kanaal. Bij de aanleg in 1822 aanvankelijk gespaard, wilde men in 1830 een lastige bocht opruimen, zodat de poort moest verdwijnen. De aanleg van dit kanaal, waarvoor een aantal fraaie historische gebouwen en een bloeiende stadswijk ge deeltelijk werden kaalgeslagen en gedeeltelijk van de stad afgesneden, drukt ons met de neus op een probleem dat vandaag aan de dag nog steeds actueel is. Namelijk, of omwille van de economische vooruit gang wat men daaronder dan ook moge verstaan op een dergelij ke. onherstelbare manier mag worden ingegrepen. In het verleden meende men deze vraag met een volmondig ja te mogen beantwoor den. In het belang van de economische vooruitgang werd een kanaal gegraven, waardoor Alkmaar blijvend verminkt werd en dat bovendien een misser bleek te zijn. Omwille van de economische opgang waar van overigens lang niet iedereen profiteerde werden in de komende decennia de wallen en poorten gesloopt, moesten grachten verdwijnen, werden talrijke historische gebouwen afgebroken of verknoeid en wer den de karakteristieke toegangsbruggen vervangen door platte bouw sels. Tegenwoordig plaatst men achter dergelijke ingrepen gelukkig een vraagteken. Overigens zou het onjuist zijn te stellen dat het alleen om econo misch voordeel te doen was. In die tijd was er het begrijpelijke streven de dichtbevolkte steden met hun vaak stinkende grachten en hopeloze woontoestanden open te breken. De Laat, de Heul, de Nieu- wesloot en de Baansloot zijn behalve om het verkeer te bevorderen mede gedempt ,,in het belang van de Volksgezondheid". Immers, het tijdperk was aangebroken van de ferme jongens en stoere knapen, die zich elke morgen met koud water wenschten te wasschen en die met

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Oud Alkmaar | 1975 | | pagina 4