m
ib
oosten aan
:h zeer veel
actief in de
n het hoge
zo hard dat
fs wel eens
•m verveling
n hun schip
i. In die tijd
lar bleef het
jsbalgooiers
De ballen en de spelregels
Nog even terug naar de ballen waar mee gegooid werd.
- Vroeger gooiden men dus met pezenballen. Deze waren gemaakt van
pezen van dieren; de pezen werden samen gekneed tot 'n bal.
- De zenenbal is voor ons onbekend. We weten wel hoe de bal er uitziet,
maar we weten niet van welk materiaal deze bal gemaakt is.
Op het internet hebben we diverse pogingen gewaagd, maar er is niets
over te vinden. Misschien is er een lezer die ons er wel iets over kan
vertellen
Iedere informatie hierover zouden we zeer op prijs stellen.
De Rijper IJsclub en het museum In 't Houten Huis zijn in het bezit van
deze ballen.
De ijsclub heeft een zenen bal gekregen van Klaas de Lange. Klaas heeft
hem weer gehad van zijn vader die als kleine jongen de bal vond in de Gouw.
Dus die bal is al meer dan 100 jaar oud. Tegenwoordig gooien we met
houten ballen. De RIJPER IJSCLUB is in het bezit van zo'n 150 houten ballen
die gemaakt zijn van merbau. Dit hout is vrij sterk en kan wel tegen een stootje.
Als De Gouw met 10 cm ijs bedekt is, is er in De Rijp nog maar één
onderwerp voor een gesprek. Dat is het "ijshallen" of "ijsbalgooien", een
typisch Rijper sport, waarvan iedere man in De Rijp, of hij nu 20 of 80 jaar is,
de spelregels kent. We praten over de beginjaren 1900.
Kaggie Hoek eens een Rijper van betekenis is er de "uitvinder" van en
sindsdien wordt het hier gespeeld. De spelregels van het ijsbalgooien zijn
zeer eenvoudig. Men gooit een parcours af en degene die met het minst
aantal worpen de paal heeft geraaktis de winnaar. De paal staat in het ijs
op het einde van het parcours. Bij een gelijk aantal worpen geldt, dat
diegene winnaar is wiens bal, na het raken van de paal, het verst van de paal
af ligt. Een heel belangrijke spelregel is: binnenbochten in het parcours
mogen niet "afgesneden" worden.
Na Kaggie Hoek heeft de familie Brouwer ruim 50 jaren aan de koek-en-
zoopie op het ijs de zenen ballen verhuurd tegen een vergoeding. De inzet
voor het spel was een "dikkertje" of een kop "tuitjesmelk". Het "dikkertje"
was een koek. De kop "tuitjesmelk" een kop met gort, die de verliezer de
overwinnaar presenteerde en aan de koek-en-zoopie voor 2 Vi cent werd
verkocht. Later speelde men ook om een loert, een lang stuk koek, of een
kop chocolademelk.
Toen de familie Brouwer er mee ophield kocht de familie Berkhout de
ballen over om de traditie tot 1980 voort te zetten. De verhuur lag bij de
familie Berkhout en het uitschrijven van wedstrijden was in handen van de
Rijper IJsclub. Al decennia lang wordt ook bij een wedstrijd een traditie
Museum Julletin
207