t Geschiedboek van de tyden doet haar weeten
Wat de oudheid is, waar doormen word geleert,
Hoe t ondermaansch steeds wend en draait en keert.
Toont hier de Amsterdammer zich verheven boven het klootjesvolk dat
met gesappel in een waterrijke omgeving zijn dagelijks brood moet
verdienen? Het lijkt er wel een beetje op, want hij geeft toch onvoldoende
aan waarop zijn oordeel gestoeld is.
Gelukkig had hij zijn aantekeningen bij de hand om het gezelschap weer
met zijn feitenkennis te overdonderen.
Dit Meer verstrekte voorheen een doorvaart voor de vaartuigen na de
Alkmaarder Markt, gelyk blykt uit een Handvest van 1574. In het jaar 1573
bragt Sonnoy hier weder op eenige Galeien om altoos schielyk vervoer te
kunnen krygen en in het jaar 1631 wierd op verzoek der Regeerders van
Alkmaar aan haar octrooi verleen t om de Schermmeer te bedykendat zoo
haastig aangevangen wierd, dat binnen vier jaaren, te weten op den 25
October 1635 het Meer droog was en op het Stadhuis van Adkmaar de
kaveling der gronden geschiedenzynde dit Meer groot bevonden ruim zes
duizend Morgen. In het zelve Meerzyn twee Kerken, de eene genoemt
Zuidschermermeer, welke met Driehuizen vereenigt is. In het jaar 1656 en
van die tyd af tot nu toe hebben te zamen gehad een Predikant en de
andere onder den naam van de bedykte Schermer dat van het jaar 1651
vereenigt zynde met Driehuizen tot het jaar 1656 vereenigt bleef, wanneer
in de bedykte Schermer een Predikant alleen gekomen is.
Dat de kerken in die tijd een belangrijke plaats in de samenleving
innamen blijkt telkens weer uit het feit, dat Gerrit Schoemaker steevast
vermeldt hoe het zat met kerken en predikanten. Of ging de belangstelling
van de godvruchtige Claes Bruin niet veel verder dan dat en slaat hij
gemakshalve in zijn Arkadia mededelingen over het wereldlijke samenleven
maar over?
Ik weet het niet en helaas is dat hem ook niet meer te vragen, want ik
ontmoette hem slechts binnen de context van het oude uit elkaar hangende
boekwerkje, dat ik ooit van mijn vader erfde.
De volgende dag gaat men op weg naar Schermerhorn. In het relaas rond
dat bezoek wordt hier een al eerder door Andries Schoemaker opgetekend
verhaal verwerkt alsof het gebeurde op het ogenblik dat het gezelschap het
dorp betrad. Het gaat over de Pinksterbloemfestiviteiten.
Laten we eerst onze Weetlust maar weer met zijn aantekenboekje
opdraven.
190