Als oudste zoon was Willem Schermerhorn voorbestemd om te zijner tijd zijn vader op de boerderij op te volgen, maar door een ongeluk op jeugdige leeftijd, waaraan hij een vergroeiing van zijn hand overhield, kon hij niet melken, en dus ook geen boer worden. Het was het hoofd van de openbare lagere school in Grootschermer, J. Ditmars, die voorstelde Willem, die blijk had gegeven van een goed verstand, naar de Rijks H.B.S. in Alkmaar te sturen. Ook op de H.B.S. deed Willem het uitstekend. Hoe de beslissing tot stand is gekomen hem vervolgens verder te laten leren aan de Technische Hogeschool in Delft, weten we niet precies, maar we mogen ervan uitgaan dat zich hier de invloed heeft doen gelden van ir. W.B. Peteri, die sinds het schooljaar 1910/1911 als leraar Wiskunde en Lijntekenen aan de Alkmaarse HBS verbonden was - Willem zat toen in de derde klas - en die zelf in Delft civiele techniek had gestudeerd. Voordat we ons kort met Willems Delftse studietijd bezig zullen houden, moet nog een aspect van zijn middelbare schooljaren aan de orde komen. In maart 1913 - hij was toen achttien - deed Willem belijdenis in de kerk van Grootschermer, waardoor hij volwaardig lidmaat van de Nederlandse Hervormde kerk werd. Het is de vraag welke betekenis we precies aan deze stap moeten toekennen. Het gezin van Teunis Schermerhorn was kerkelijk niet meelevend. Wel waren Willem en de op hem volgende zoon Pieter gedoopt, maar de drie op Pieter volgende kinderen werden niet meer gedoopt. Willems besluit om belijdenis af te leggen, lijkt vooral een ritueel karakter te hebben gehad: omdat hij nu eenmaal gedoopt was, was het logisch om ook belijdenis te doen. Een werkelijke verdieping in Willems godsdienstige gevoelens zou zich pas in zijn studietijd in Delft voordoen. Uit die Delftse studietijd, die in september 1913 begon, wil ik slechts enkele elementen kort belichten. Wanneer precies, weet ik op dit moment nog niet, maar Willem vond in Delft een kamer bij mevr. Rook-de Lange, sinds begin 1913 weduwe van Barend Rook, die het eerzame beroep van broodbakker had uitgeoefend. De weduwe had twee zoons en twee dochters; Willem werd verliefd op de oudste dochter Barbara, die in juni 1897 was geboren en dus tweeënhalf jaar jonger dan Willem was. In april 1919, kort Een familie-bijeenkomst in de Noordeindermeer voor de boerderij 'Meerlus Staande van links naar rechts: Trijntje Schermerhorn-Honig, Teunis Schermerhor zijn zoon Willem en zijn zoon Pieter. Op de tweede rij zitend links Barbara Schermerhom- Rook met haar zoon Teun Dirk en rechts Aafje Schermerhom-Kleinschmidt met haar dochter Helena Catherina. Zittend op de grond v.I.n.r.: Neeltje Teunisd, Franciska Schermerhom-Mus, Dirk Teunisz en Klaas Teunisz. Uit: 'Schermerhom, een dorp een familie...'; Westfriese geslachten XXXII. Samengesteld door Joop Ludeke. 164

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2007 | | pagina 12