Boeiend om te lezen hoe kennelijk zwaar wegende kwesties op neutraal
terrein moesten worden beslist. Waarbij in dit geval het neutrale terrein de
consistoriekamer van de kerk is! En de toezichthouder is de domineeEnig
speurwerk in de kadastrale legger door Frans Kuijper leert dat j. Timmer
man in 1855 de Roode Leeuw kocht en E. Voerman in hetzelfde jaar de
herberg De Vergulde Valk. In de beginjaren van Amicitia waren Timmer
man en Voerman dus concurrenten. Aan deze situatie kwam in 1862 een
einde toen Timmerman de Roode Leeuw verkocht aan Thomas Roelofs uit
Nijeveen.
Onduidelijk is wat toen de positie van Voerman was. Huurder van
RoelofsIn 1865 verkocht Thomas Roelofs de Roode Leeuw,waarschijnlijk
aan Voerman, want in 1867 verkocht Voerman de Roode Leeuw. Aan Pieter
Edel. Afrondende informatie: in 1888 verkocht Voerman De Vergulde Valk
(aan Comelis Verduin uit de Beemster). In de notulen staat vermeld dat
vanaf september 1861 de gewone vergadering bij Voerman plaats vonden.
Vanaf mei 1862 voor niets, hij betaalde zelfs drie gulden jaar huur die de
Kamer hem het jaar daarvoor betaald had terug.
Opgevoerd werd tijdens de derde openbare uitvoering: 'Eene maand uitstel',
door T. Wortel, D. de Heer, J. Spruit, J. Paardekoper, C. Bol, R. Scheringa en
A. Plas; 'De grap van oom' door J. Bezem, A. Margadant, A. Plas, J. Timmer
man en 'Drie minnaars en een bruid' door C. Bol, J. Paardekoper, J. Spruit en
P. Alblas. Tenslotte voerde K. Roodenburg nog 'De reddingsboot' op. De no
tulen zijn niet geheel en al duidelijk, maar waarschijnlijk vonden er in die tijd
één a twee openbare vergaderingen per jaar plaats.
Soms is de ledenadministratie niet helemaal op orde, getuige een opmer
king in de notulen van 15 januari 1861: 'de heer Voerman draagt ook voor,
dus is blijkbaar ook lid'. En soms gaat het even helemaal mis, zoals op 18
mei 1875 toen 'de opvoering door slechte rolkennis en het wegblijven van
enige leden mislukte'.
Opvallend is de sociale functie die de kamer zeker in de eerste periode
vervulde. Soms werden openbare vergaderingen herhaald voor minder
bedeelden, zoals op 9 januari 1863 gebeurde. 'Bij welke vergadering alleen
zodanige personen werden toegelaten voor wie het bezwaarlijk is de gewone
entreegelden te kunnen betalen'. In de notulen wordt vermeld dat de op
komst overweldigend was.
En op 26 december 1884 gaf Amicitia een voorstelling 'ten voordele der
algemene armen de Gemeente Schermerhorn'. 63 verkochte kaartjes voor de
le rang en 141 voor de 2e rang en nog f 9.- die tijdens de voorstelling binnen
gehaald werd leverden een opbrengst van f 142,50 op. Honderdveertien
'bedeelden' deden er hun voordeel mee.
112