Monumentenzorg geeft uitsluitsel Op de vraag van Richard Keijzer aan Monumentenzorg of zij wisten of de klok van 1604 eventueel in de Tweede Wereldoorlog onder de klokken- vordering gevallen is kwam het volgende antwoord. De betreffende klok van Hendrick Wegewart, gietjaar 1604, is op 24 maart 1943 in het kader van de klokkenvordering uitgenomen en vervoerd naar Hamburg. Het betrof hier overigens niet de originele klok maar een over gieting door de firma Van Bergen uit Midwolda. De klok is in 1926 hergo ten door dit bedrijf vermoedelijk als gevolg van schade aan de klok (scheurvorming of kapotte kroon/klepeloog). Op dit moment hangt er in de toren geen beschermenswaardige klok. Het raadsel is opgelost. Bloys en Belogne beschreven in 1931 een klok die er al vijf jaar niet meer hing. De klok uit 1604 zal wel omgesmolten zijn en de klok uit 1926, die dus in 1943 weggehaald werd, is niet meer boven water gekomen.6 Het verhaal is niet volledig zonder in het kort de historie van de huidige klok weer te geven. Ook klokken kennen het fenomeen overgewicht. De klok van nu kent ook een voorgeschiedenis 7 De hergoten klok was geroofd. Er moest dus een nieuwe komen. Het geld is er gedeeltelijk voor, want van de afdeling oorlogsschade van de Maat schappij tot financiering van het Nationaal herstel N.V. kwam een vergoeding binnen. Daarnaast werd in 1948 er een inzamelaktie gehouden, die f 3306,37 opleverde.8 Na de geslaagde inzamelaktie werd op 15 december 1948 werd met de firma Petit en Fritsen in Aarle-Rixtel een overeenkomst getekend voor de aankoop van een luidklok van 1900 kg. - werd uiteindelijk 2007 kg. Totale kosten ongeveer f 10.000,.-? Het liep met deze klok niet goed af. Hij werd geleverd (in 1950), maar niet geplaatst, want hij was te zwaar voor het draagvermogen van de toren. Hij moest weer verkocht worden. Er werd tot 20% onder de nieuwprijs gegaan, maar de verkoop lukte niet. De klok werd weer ingenomen door de leverancier voor een kilo-prijs. Het einde van het verhaal is dat de firma Petit en Fritsen in april 1951 een nieuwe opdracht kreeg, nu voor een klok van ongeveer 700 kg. Later bleek dat hij 709 kg geworden was met een klepel van 28 kg en een diameter van 103 cm. 146

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2007 | | pagina 40