en de grond. Het winterde. En dan zat je 's middags bij Jopie Hoek in zijn
krakend huis onder de balken en de walmende petroleumlamp nog even je
huiswerk uit te stellen.
De Grafter Kerk is in 1951 afgebroken. Er rest nog de blauwe zerkenvloer.
In De Rijp hielden de hervormden met moeite hun Grote Kerk aan de Dam
overeind. Na de brand van 1654 was deze nog wel hersteld en getroost met
prachtige glazen, maar de tweede en derde geleding van de toren werden
nooit herbouwd.
De Lutherse Kerk ken ik alleen maar verveloos. De Katholieke Kerk uit
1864 had onderaan de ongeveer twaalf gothische kapspanten prachtige en
gelenkopjes met gesloten ogen in zachte tinten geschilderd: proefje voor het
hiernamaals. Achter in de kerk hadden zij de ogen waaks open.
Hier bracht pater Van der Peet zijn eigen zetting van 'O Sterre der zee'
hemels ten gehore. Het was de kerk van juffrouw Sierhuis, van de tuinders
uit Graft en De Rijp. Gemeenteopzichter De Jong, die veel gevoel had voor de
schoonheid van zijn dorpen, was een fervente bas samen met Jacob Berk
hout, koordirecteur. Velen hebben zij 'uitgezongen'. Tegenover de kerk over
de sloot lag de Jozefschool van meester Pielage, tenor op het koor. Als er
echt iets plechtigs te doen was, kwamen Cor Booy en Kees Komen van res
pectievelijk 'De Waterlander' (Purmerend) en het katholieke 'Noordhollands
Dagblad' (Alkmaar). De dorpjes liggen namelijk halverwege Purmerend en
Alkmaar.
Zo leefde men in Graft en De Rijp, waar de toen nog echt antieke huizen
in een laatste wanhopige poging werden vertimmerd met zachtboard en
hardboard omdat pasteltinten en gladheid mode waren. Men was die oude
huizen bar zat. Met een storm stonden ze te schudden en anders trilden ze
wel als de NACO-bus voorbij kwam. Een winterochtend om tien voor zeven
in 1959. We liepen naar de Dam om de bus naar Alkmaar te nemen, naar
school. Daar stond de pas geopende patatbakkerij in vlammen. Het vuur was
overgeslagen naar het naastgelegen huis van Greuter, eveneens van hout.
Greuter zat zich te verbijten en te kaarten bij zijn buren die hem hadden op
gevangen. Graft is Graft gebleven. In De Rijp zijn alle overgebleven huizen
uitbundig oud, antiek en authentiek gerestaureerd. Alleen het huisje van juf
frouw Sierhuis met waterborden en windveren staat praktisch ongeschonden
overeind. De kap is in de loop der jaren wat verhoogd. Gelukkig denkt
niemand aan restaureren.
131