Graft-De Rijp 1959
£7n Kaptein kwam in ons archief het onderstaande stuk (weer) tegen.
Een beschrijving van Graft-De Rijp geschreven door Herman Meddens in
'Noord-Holland in Proza, Poëzie en prenten'. Het past uitstekend bij artikelen
van Hans Keuning over dit onderwerp en vooral bij ons speciale nummer over
de verzuiling. Met dank aan en toestemming van Herman Meddens en de op
volger van de Culturele Raad Noord-Holland, het Museaal en Historisch Per
spectief hierbij het stuk nog een keer. Waarschijnlijk zal u het met een gevoel
van herkenning en misschien van verbazing lezen
Twee dorpjes vlak voor de winter. Graft, het oudste, is een agrarische ge
meenschap. De Rijp is een Oudhollandse bijna-stadje met Dam, Gracht en
Rechtestraat. Alles regent en waait. Ik was dertien en zat in Alkmaar op
school. Bijna alle dagen fietsen. Als het sneeuwde, met de bus.
Annie Hottentot was niet zo groot en liep schommelend moeizaam. Juf
frouw Sierhuis, die lang was, bood steun. Ze waren meestal op weg naar de
schuurkerk van de gereformeerde gemeente achter de Rechtestraat. Daar las
men achttiende-eeuwse preken. Een strenge enclave in het godsdienstig
lichte De Rijp. Juffrouw Sierhuis was huishoudster bij Annie Hottentot. Zij
woonde zelf in een eigen huisje recht tegenover ons. Zij was rooms-
katholiek, maar zij geleidde haar mevrouw tot aan de steeg die toegang gaf
tot het sectarische kerkje. Zij wachtte niet, maar tegen het einde der dienst
zag je haar wat heen en weer drentelen langs het gothische postkantoor er
tegenover. Zij ondersteunde Annie Hottentot tot in haar huis, de voormalige
slagerij aan de Lievelandsbuurt. Verzorgd door haar roomse huishoudster
woonde Annie daar vredig samen met haar hervormde broer Siem. De oor
zaak van hun geloofsverschil was geen persoonlijke bekering, maar het ge
mengde huwelijk van hun ouders: de meisjes met de moeder mee, de jon
gens met de vader. Siem keek tv, Annie Hottentot keek er langs heen. Haar
geloof verbood dit medium. De tweeduizend inwoners van Graft en De Rijp
konden kiezen uit dertien bakkers en vijf kerken en dan gingen de synodaal-
gereformeerden nog ter stichting het dorp uit. Mijn moeder gunde elke bak
ker vier weken klandizie per jaar.
In het geloof was zij principiëler. De doopsgezinden waren van oudsher
de deftigste groep. Een der erflaters in letterlijke zin was Jan Boon jr, die in
1847 zijn vermogen naliet aan alle Rijpers, ongeacht hun geloof. Deze 'Jan
Boon Junior', zoals hij levenslang zijn brieven ondertekende, was vanuit De
Rijp geabonneerd op de Arnhemsche Courant, in die tijd het bolwerk van
libertijns denken. Boon bewaarde alle kranten. Je wist maar nooit. En daar
om weten wij het nu.
's Avonds rook je de vorstgeur van het oude geteerde hout, van de sloten
129