Er bleef een vorm van strengheid te constateren, maar ook een welwil
lendheid ten opzichte van vrouwelijke leden.
Bedanken voor een rol kan niet zomaar, stilte bij de voorstellingen en
vrouwen vrijhouden
In oktober 1877 bedankte L. Visser voor zijn rol. Het besluit wat met hem
te doen moest even uitgesteld worden omdat onderzocht moest worden wat
de reden was. Kennelijk wilde het met binnenkrijgen van die reden niet vlot
ten, want de volgende vergadering werd besloten 'de wet toe te passen' en
hem zijn lidmaatschap te ontzeggen als hij niet binnen acht dagen een wetti
ge reden voor het bedanken zou geven. Hetgeen ongetwijfeld gebeurd is.
Iedere openbare vergadering begon op een vaste manier. 'De voorzitter
opent op gepaste wijze de vergadering en verzoekt de talrijk opgekomen
schare gedurende de voordracht orde en oplettendheid te bewaren'. En aan
het einde bedankte de voorzitter 'voor de orde en oplettendheid ook deze
avond weder getoond'.
Ook in oktober 1877 stelde de secretaris voor 'voortaan vrije vertering te
geven'. En zoals dat altijd ging: tijdens de volgende vergadering werd het
besluit genomen. De dames kregen 'vrije vertering ten koste der kamer'. Na
tuurlijk werd er een grens vastgelegd: 'mits het bedrag van f 0,30 voor iedere
dame niet te boven gaande'. W. Pijper stelde in oktober 1879 nog een keer
voor dit voorrecht te laten vervallen, maar tevergeefs. Buiten deze galante
houding ten opzichte van de dames viel er ook voor de andere leden wel te
genieten: af en toe werd besloten 'op kosten der Kamer een glaasje punsch
te gebruiken'.
Het eerste grote feest kwam in 1878.
Twintig jarig bestaan, onwelvoeglijkheid en chocolademelk
In augustus 1878 werd voor het eerst aandacht besteed aan het aan
staande twintigjarig bestaan. Besloten werd 'huishoudelijk feest te vieren,
doch dat de kosten niet hoger te laten komen dan 40 gulden waarvan de
helft uit de kas en de rest door de leden zelf zal betaald worden'.
Probleemloos was deze tijd niet want op de openbare vergadering op 21
november 1878 wees de voorzitter op de 'slagen die de kamer waren toege
bracht door het bedanken van sommige leden', hij verzocht 'een niet te
streng oordeel uit te brengen over de gebreken die deze avond soms de
voordracht mochten aankleven'.
In de volgende jaren veel wisselingen in het bestuur en een overgang van
drie naar twee uitvoeringen. En af en toe een verhitte discussie, zoals op 23
september 1881 toen P. Kluit het bestuur 'aanmerkingen maakte omtrent de
rolverdeling, hetwelk een enigszins levendige discussie verwekte, waarin de
president op het onwelvoeglijke van zodanige aanmerkingen wijst en de
119