één reden een uitstel van een week noodzakelijk vond. Aldus werd besloten:
het werd 22 januari. Maar dat was zeer tegen het zin van de leden Dekker,
Honig en Alblas, die aan het eerder genomen besluit wilden vasthouden. Zij
namen ontslag, 'welk ontslag voor notificatie werd aangenomen'.
In februari 1867 werd er geconstateerd dat de kas een tekort vertoonde.
Een extra zomervoorstelling werd ingelast, heel slim gepland op de woens
dagavond vallend tijdens de kermis, in kostuums en met muziek. Verder
werd besloten om beurtelings bij de rederijkerskamers in de buurt - Beem-
ster en Schermer - samen met die kamers een voorstelling te organiseren.
Om geld binnen te krijgen en 'strekkende tevens tot meerdere verbroedering'.
Men hield de nieuw in de gemeente binnengekomenen in de gaten om
eventueel voor de kamer te werven.
Een geval van ledenwerving, nog steeds strengheid troef, een andere slui
ting, plaats van vergaderen en verhitte gemoederen
Geerke verhuisde van De Rijp naar Schemerhorn en Geerke was daarvoor
een geacht 'Rederijker te Rijp'. Dus hij werd ingebracht in de vergadering als
nieuw lid, althans er werd voorgesteld om hem 'uit te nodigen' en hem gelijk
de rol van Anton Koch in 'Schiller's Jeugd' 'op te dragen'. Dit voorstel werd
aangenomen (sept. 1867). Zwart en Pijper moesten deze uitnodiging aan
hem overbrengen. Op 16 sept. 1867 werd gemeld: 'de commissie benoemd
om Geerke uit te nodigen lid onzer kamer te worden, kon nog geen besluit
van deze heer mededelen omdat zij hem niet te huis hebben gevonden'. Het
kwam toch allemaal goed, in de volgende vergadering werd besloten Geerke
'vrij van contributie te laten' en Geerke speelde later mee. Een overzicht van
de spelers in 1868: Geerke, Bol, Pijper, Zwart, Voerman, Verkroost en
Scheringa in 'De Bankier en de Bedelaar'; Spruit, Pijper, Zwart, Voerman,
Schering en Verkroost in 'Conservatief en Liberaal' en Bol, Pijper en Zwart in
'Genezen'.
Helemaal probleemloos ging het niet met Geerke. Hij kwam de eerste tijd
niet zo trouw op de repetities. In de vergadering van 12 febr. 1868 werd eerst
besloten dat als iemand de repetities niet kon bijwonen hij dat moest mel
den. Vervolgens werd Geerke geschrapt als lid omdat hij kort voor de open
bare vergadering de kamer liet weten niet bij machte te zijn de hem opgedra
gen rol te vervullen, waardoor hij de kamer 'in grote ongelegenheid stelde'.
Dit besluit werd weer ingetrokken omdat 'Geerke beloofde in het vervolg de
repetities beter te zullen bijwonen en bepaald de twee eerste bijeenkomsten
te zullen opkomen'.
De Rederijkerskamer in De Rijp kwam wel eens te hulp, want op 13 fe
bruari 1868 werd vermeld: 'de heer van Aken lid der Rederijkerskamer te Rijp
heeft op uitnodiging van onze kamer de goedheid gehad, om de rol van
Sommers (in de Bankier en de Bedelaar, D.M.) op zich te nemen. Welke rol
117