Drankgebruik aan grenzen gebonden en geen geldverspilling
Tijdens de vergadering van 22 september deed de vice-president een
voorstel. 'Namentlijk dat het Bestuur bij hunne Buitengewone Vergaderingen
enige vertering ten kostte van de kas zou kunnen maken'. Zoals altijd werd
bedenktijd genomen tot de volgende vergadering. Met algemene stemmen
werd het voorstel aangenomen 'mits de vertering het bedrag van een halve
fles wijn voor de Persoon niet te boven gaat'.
Toen de heer Bezem voorstelde de voorste 'coliezen' van het toneel te
vernissen werd het voorstel, uiteraard weer na bedenktijd, met algemene
stemmen aangenomen. Maar niet nadat met nadruk vermeld was dat het maar
75 cent kostte. Ook de aankoop van een lessenaar van het 'zanggezelschap'
kon door de beugel, omdat er maar 50 cent mee gemoeid was.
Karakteristiek is de klassieke slotzin in de notulen van iedere vergade
ring: 'verder in het belang der kamer niets meer te verhandelen zijnde sloot
de President de Vergadering'.
In 1862 was er voor het eerst sprake van een openbare vergadering van
een stuk in meerdere bedrijven.
Het grotere werk
Op zondag 16 november 1862 vond voor het eerst een uitvoering plaats
zoals wij dat gewend zijn. In dit geval een blijspel in vier bedrijven met een
pauze tussen het tweede en derde bedrijf. Interessant is dat het stuk 'De
Neven', geschreven door P. F. Helvitius van den Bergh, werd opgevoerd. Het
stuk waarin vrouwenrollen zaten en waarvoor Voerman op zoek zou gaan
voor deelnemende dames. Het stuk dat speelde in het Leiden van het jaar
1836 werd echter alleen door heren gespeeld (C. Bol, K. Spruit, D. de Heer,
E. Voerman, A. Plas, J. Pijper, F. Zwart, J. Bezem en G. Honig). Het was toch
niet helemaal avondvullend, want er volgde nog 'Een Proces in den Dop', van
J. M. E. Derksen (spelers: C. Bol., F. Pijper, J. Dikker, G. Honig, R. Scheringa,
F. Zwart en P. Alblas).
In 1863 een nieuwe voorzitter die veelbelovend begon.
Een veelbelovend begin van een voorzitter met zelfkennis
Op de vergadering van 10 juni 1863 trad voorzitter D. de Heer af. Bij de
volgende stemming kreeg Pijper acht en F. Zwart drie stemmen. Pijper be
dankte echter voor de eer, waardoor er weer gestemd moest worden. Het
resultaat was dat F. Zwart tot voorzitter gekozen werd, met vijf stemmen
tegen. De start van Zwart was veelbelovend: zijn eerste voorstel was om op
deze laatste algemene vergadering van het lopende jaar 'een fles wijn te
drinken'. In dezelfde vergadering werd besloten het aantal bestuursleden
van vier op vijf te brengen, want er zou 'licht gelijkheid van stemmen kunnen
zijn en dit zou tot aangename gevolgen aanleiding kunnen geven'.
115