De leerschool van tsaar Peter de Grote
Na de pauze van de Algemene Vergadering verzorgde Pieter Floore, als
senior archeoloog verbonden aan Hollandia archeologie, een lezing over de
opgravingen die in 1998 uigevoerd werden aan het voormalige scheepswerf
complex aan de Hogendijk in Zaandam. Door PowerPoint problemen kon het
oorspronkelijk plan om een verhaal over de traankokerijen, met name die in
de Eilandspolder, te vertellen, niet doorgaan. Ervoor in plaats een boeiend
relaas over de historie van de Zaandamse scheepswerven, met de verzekering
dat we de traankokerijen 'tegoed houden'.
Aan de hand van dia's gaf Pieter Floore een uitgebreid overzicht over de
opgravingen waaraan hij in 1998 op het oude scheepswerfterrein
deelnam. Een boeiend verhaal hoe 'de bodem gelezen werd', waarbij iedere
laag het verhaal vertelde over een deel van het verleden. Uiteraard hoe dieper
hoe langer terug.
Op 18 augustus 1697 kwam tsaar Peter de Grote in Zaandam aan, onder
de naam Peter Michajlov. Incognito dus, maar het duurde niet lang voor de
opvallende, twee meter lange tsaar bekend was in Zaandam. Een van de
eersten die hij in Zaandam ontmoette was zijn oude knecht Gerrit Kist, waar
hij tijdens zijn verblijf in Zaandam logeerde in diens eenvoudige huisje, het
latere Tsaar Peter huisje'.
De tsaar kwam naar Zaandam omdat de roem van de Nederlandse
scheepsbouw, met Zaandam als belangrijkste centrum, tot in Rusland
doorgedrongen was. Op de dag van aankomst meldde hij zich direct als
timmerman bij de scheepstimmerwerf van Lijns Teeuwisz. Rogge, één van de
zestig werven die Zaandam toen rijk was. De vele nieuwsgierige mensen
noopten hem om al na een week uit te wijken naar Amsterdam, waar hij vrij
rustig kon meewerken op de werf van de Verenigde Oost-Indische
compagnie. Op 5 maart 1717 kwam de tsaar nog een keer naar Zaandam en
weer bezocht hij zijn vriend Kist.
Pieter Floore vertelde boeiend aan de hand van diabeelden over de
opgraving in 1998. Over het onderzoek naar de oudste huisjes tegen de
Hogendijk aan. Houtskelet-huisjes met bakstenen fundering, gebouwd op
terpjes. In het onderzoek vormden, zoals zo vaak, afval- en waterputten een
uiterst belangrijke bron voor informatie. De terpjes dateerden uit 1560/1570
en het ophogingsmateriaal bestond uit kleiplaggen en duinzand, aangevoerd
met schuiten vanuit Beverwijk en Heemskerk.
Heel belangrijke resultaten leverde de blootlegging van de oude
scheepshellingen, onderdeel van de werven die direct achter de huisjes op
82