gehoord die een licht hierop kunnen werpen met name de huisgenoten betreffende het gemiste en al of niet gemerkt zijn van het gestolene en betreffende of er ook die vorig dag vreemdelingen blijken geweest te zijn en of men ook niet ontdekt heeft welke kant zij gegaan zijn. En tevens geburen welke over die diefstal enig licht konden verspreiden. Baggeren wordt heden ten dage als een weldaad gezien, maar tijden zijn veranderd. Wie heeft het baggeren gezien? Op 7 februari 1852 een verslag van de officier van justitie in Alkmaar. Het vermoeden bestond dat een 'landman' uit de Schermer zich schuldig zoude hebben gemaakt aan het trekken van modder uit de gemene sloten en vaarten in deze polder in de loop dezes jaars. Maar tot op dat moment waren er nog geen afdoende bewijzen verzameld, reden waarom de officier aan een andere 'landman' een oproep deed te komen melden waar en wanneer hij het modderen door de betrokken persoon gezien heeft, en wie hij nog meer als getuigen daarvan zoude kunnen opgeven. De te hulp geroepen persoon moet ook opgeven waar en wanneer de eventueel door hem opgegeven personen het baggeren gezien hebben. Veel aandacht voor afgedwaalde mensen en schapen. Geen zwervend leven voor mens en dier Op 9 juli 1850 een schrijven van de burgemeester van Bergen aan die van Oterleek. De burgemeester was ervan overtuigd dat een bepaald persoon in het 'armehuis' van de gemeente Oterleek was opgenomen. Maar wat schetst zijn verbazing toen de betrokken persoon hem gepasseerde Zaterdag door de burgemeester van Purmerend per politie-beambte is toegezonden, als hebbende een zwervend leven, waarschijnlijk om daardoor het medelijden van mensen op te wekken. De burgemeester van Bergen wil dit verder voorkomen en verzoekt om informatie in deze. Op 14 september 1859 ging het om een verdwaald schaap. De officier van justitie van Almaar berichtte aan de burgemeester van Oterleek: ik heb de eer u te berichten dat dezerzijds geen bezwaar bestaat dat het schaap, dat enige weken geleden in uw gemeente is afgedwaald zonder dat op de gedane oproeping in het politieblad een rechthebbende zich heeft opgedaan, thans op uw last ter markt wordt verkocht. Zullende de opbrengst, na aftrek der gemaakte onkosten van onderhoud en anderszins, ter beschikking moeten blijven van de rechthebbende voor het geval dat deze binnen de drie jaren het verlorene mocht komen reclameren. Beschuldigingen van diefstal en ook bij een vernieling ging men niet over een nacht ijs. 73

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2007 | | pagina 21