Twee schapen en een paard
Op 21 mei 1841, 'des voor
middags ten tien ure' gaf Cornelis
Brak, van beroep landman ten
overstaan van de burgemeester
van Oterleek te kennen dat hij op
die dag uit zijn land gelegen
binnen de gemeente van Oterleek
aan de Waarddijk van zijn aldaar
lopende schapen twee heeft
vermist, welke schapen met gene
andere kenmerken waren voor
zien dan met een zwarte plek op
de schoft. Het hek van gemelde
land was met een touw vast
gemaakt. Brak gaf voorts nog te
kennen dat hij bij bovengemelde
hek bloed heeft gevonden,
veronderstellende dat het van
zijne gemelde twee vermiste
schapen was welke aldaar
waarschijnlijk zijn afgemaakt.
En op 17 september groot alarm door een gebeurtenis in de 'banne van
Schagen', een alarm dat ook in Oterleek wordt geslagen.
Het ging niet alleen om beesten, nee ook de bleek was bedreigd en de
kaasjes gewild.
Kaasjes en de bleek
Van de dertig kaasjes miste de eigenaar, in zijn berging achter zijn huis in
de vroege ochtend van de derde november 1840 om zes uur, er achttien.
Welke alle des avonds om zeven uren te voren nog aanwezig waren. Dat de
deur van de bergplaats voornoemd vermoedelijk met een spijker of mes
opengemaakt was, als zijnde dezelve met een houten schotel of klink gesloten
aan de binnenkant en ook alzoo wederom was toegemaakt. Verklarende
verders hoegenaamd tot heden toe geen vermoeden op iemand te hebben.
En in een proces-verbaal opgemaakt op 22 oktober 1845 door de
waarnemend burgemeester van Oterleek staat dat 'een voor als nog niet
stellig bekende dader' zich schuldig gemaakt heeft aan ontvreemding van
diverse ter bleek liggende mannen- en vrouwenklederen toebehorende aan de
weduwe Zuurbier. Verordend werd dat alle personen moeten worden
ALKMAAR 17 September 1811.
Iu den nacht van den 14*" op den 1S*° September j.I. is
uit een afgesloten weldlaud onder de baime van SciWM een
PAARD gestolen zijnde
eene zwarte merrie met een langen staarteen wit
kolletje voor tien kopeene witte atip aan de 6b-
venlip en grijze haren in de manenoud ruim
acht jaren.
De OFFICIER van JUSTITIE to Ai.ksiaih verzoekt nllo beliiuh-
ten van Justitie en Policle om naar voorschreven paard onder
zoek lo doen en hetzelve niet den verdachten bezitter non te
honden en aan hem ouder zeker geleide op te zenden.
Ik OFFICIER JUSTITIE roormwnrf,
G. van Leeuwen.
72