Het staand horloge uit Duitsland van
Hendrik van Voorst.
Het staand horloge van Maarten Bruijn in hel
raadhuis van De Rijp.
Met dank aan Ellen Bokhove en hr. Roodhart
want het Schermereiland onderhield nauwe contacten met de Zaanstreek. De
Rijper walvisvaarders havenden bijvoorbeeld in Zaandam en de uitgebreide
hennepindustrie van het oude Schermereiland kan ook niet los worden
gezien van de zeildoekweverij in speciaal Krommenie.
De bloeitijd van de Zaanse streekklok was rond 1740 voorbij. Hij werd
verdrongen door het deftige 'staande horloge' (horloge is Frans voor klok).
Dat valt te begrijpen: deze klokken waren nauwkeuriger en hadden een
langere gangduur, meestal acht dagen tegen de 12 a 14 uur van een Zaanse
klok. De staande horloges werden vaak voorzien van een secondewijzer, een
volledige kalender (maand, datum en naam van de dag) en aanduidingen van
de maanstand en de tijd van het hoogwater in het IJ bij Amsterdam. Soms liet
men ook nog een klein carillon en/of een mechaniek als met de beweging
van de slinger op de golven meedeinende scheepjes inbouwen. In Amsterdam
sloeg het staande horloge bij de gegoede burgerij al vanaf het einde van de
17e eeuw de klok. Een gefortuneerde Zaanse reder of fabrikant wilde
natuurlijk niet achterblijven en zodoende komen we in de 18e eeuw in de