indachtig het woord van Schaepman: 'In onze tijd ligt het voor de hand, dat
iedere beweging zich allereerst openbaart op politiek gebied. Immers, de
Staat is in onze dagen op weg alles te worden.' Een zuil zonder politiek
gewicht is dus naar mijn smaak geen zuil. En juist dat politieke gewicht op
nationaal niveau leidt ertoe dat die verzuiling zo'n ambivalent gezicht heeft:
enerzijds leidt verzuiling dus onmiskenbaar tot het trekken van scheidslijnen
in de samenleving, tot verdeeldheid of zoals het ook wel is genoemd:
segmentering - maar anderzijds was het ook en tegelijkertijd een vorm om in
het nationale verband te worden opgenomen, om op nationaal niveau
serieus te worden genomen, maar ook zich bezig te houden met nationale
belangen en zich niet uitsluitend te beperken tot het leven in een eigen
kringetje. Het systeem vestigde zich tussen de beide wereldoorlogen, werd
tijdens de Tweede Wereldoorlog nauwelijks aangetast en zal zich daarna
zelfs nog wat verdiepen, ondanks allerlei pleidooien om de hokjes- en
schotjesgeest te doorbreken. Er was vrijwel voortdurend een onderstroom in
de Nederlandse samenleving die de verzuiling afwees, maar die werd zelden
krachtig en zou voorlopig ook in de verste verte geen bedreiging vormen
voor de verzuilde structuur. Eigenlijk is het wonderlijk dat dit systeem zo
stabiel was, juist in een wereld, die in allerlei opzichten zo veranderde - en
de vraag is dan ook hoe dat te verklaren valt.
Waarom was het systeem, dat ook nadelen kende, zo stabiel?
Laat ik proberen die vraag te beantwoorden. De verzuiling moet voor de
betrokkenen, de verzuilden, een aantal aantrekkelijke kanten hebben gehad.
Dat was in de eerste plaats het gevoel opgenomen te zijn in de natie, serieus
genomen te worden, erkend te worden als legitieme burgers - dit vond ook
zijn rituele bevestiging bij bijvoorbeeld Oranjefeesten, waarbij allen apart
maar gezamenlijk deelnamen aan vlaggenparades, zanghuldes en wat dies
meer zij - met enige aarzelingen zullen zelfs de sociaal-democraten daaraan
mee gaan doen. Gegeven onze huidige worsteling met identiteit hebben we
meer oog gekregen voor het belang dat gehecht werd aan het gevoel ergens
bij te horen.
Een tweede belangrijke voordeel was dat er nu ook verzuilde
belangenbehartigers waren. Door de socioloog Jacues van Doorn is wel eens
opgemerkt dat die beroemde emancipatie van de confessionelen en de
arbeiders nog het best te typeren valt als een emancipatie op kosten van de
belastingbetaler. Hierbij valt te denken aan de subsidiëring van allerlei
vormen van onderwijs, van ziekenzorg en maatschappelijk werk, van
organisaties op het terrein van de geestelijke volksgezondheid, jeugd-, sport
en cultuurverenigingen etc. Al die verzuilde verenigingen werden groter,
29