De maker Piet Mulder werd geboren in Ursem in 1924 en is gehuwd met Corrie Konijn, die geboren werd in het Raadhuisje bij de Grote Kerk te Schermerhorn. Al jong had Piet grote belangstelling voor vliegtuigen, hij droomde ervan om later vliegtuigmonteur te worden. Daartoe volgde hij tijdens zijn diensttijd bij de luchtmacht een cursus luchtvaarttechniek bij het PBNA.1 Een studie waarvoor zijn driejarige gymnasiumopleiding een goede basis bood. Maar het lot beschikte anders. Een verblijf in een sanatorium haalde een streep door deze plannen. Na zijn diensttijd bleef Piet in Ursem wonen. Aanvankelijk werkte hij in de garage van Wil Wester2 te Schermerhorn. Spoedig stapte hij echter over naar de Melkfabriek de Prinses aan de Molenweg in de gemeente Schermer (voorheen Ursem),3 waar hij 38 jaar lang werkzaam was bij de Technische Dienst en tenslotte de verantwoordelijkheid droeg voor het onderhoud aan 160 woningen en 5 fabrieken. In 1981 liep het mis. Toen maakte een hartinfarct een abrupt einde aan zijn werk voor de melkfabriek. De molen Thuiszittend sneed hij aanvankelijk houten kistjes, maar dat verveelde al snel. Toen kwam de gedachte aan het bouwen van een modelmolen bij hem op. Gezien zijn familienaam moesten er ergens in de familie molenaars zitten, maar dat is verder nooit uitgezocht. Hij kreeg een boek over molenbouw in handen, waarin een reclamefolder zat voor de bouwtekeningen van alle molens in Nederland, een uitgave van de Muiderkring.4 De prijs van 1400 gulden, die er voor deze uitgave betaald moest worden, stuitte echter op bezwaren. Met zoveel molens in de buurt besloot Piet Mulder zelf aan de slag te gaan en een echte molen als voorbeeld te nemen. Hij begon met meetwerk bij een van de strijkmolens bij Rustenburg: de molen van de familie Vendel. Omdat deze molen niet compleet was, liep het meetwerk daar vast. Toen stapte hij over naar de Museummolen. Daar mat hij alles op en fotografeerde alle details om zich een goed beeld te vormen hoe de hele constructie in elkaar stak. De molen werd gebouwd op schaal 1:10. Dat betekent dat een molenwiek al een hoogte heeft van 2,5 meter. Dat kon niet in de huiskamer, dus deed de garage dienst als werkplaats. Daarom stond de auto geregeld buiten om plaats te maken voor Piet zijn bouwactiviteiten. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2007 | | pagina 15