Er zitten momenteel minder weidevogels in de Eilandspolder en omgeving dan in de 50er jaren van de vorige eeuw. Over de oorzaak circuleren vele theorieën zoals de grote machines, denk dan vooral aan de mestinjectoren, die in het voorjaar het land bewerken en het eerder maaien van het snelgroeiende gras. Dan hebben we tegenwoordig ook de vos en de toename van andere predatoren zoals kraai, ekster en blauwe reiger moeten we ook niet onderschatten. Met de huidige regeling dat de boeren voor het beschermen van de nesten een redelijke vergoeding krijgen, ben ik het zondermeer eens. Voor niets gaat nog steeds alleen de zon op. Vroeger had ik nooit kunnen denken dat er ooit nog eens meer betaald zou worden voor het laten liggen van de eieren dan voor de eieren zelf. Ik heb er zelf totaal geen problemen mee gehad dat je de kievitseieren niet meer mocht rapen. Tijden veranderen en gezien de vele problemen die de weidevogelstand bedreigen, ben ik blij dat ik een steentje kan bijdragen aan het behoud van deze vogels die zo goed in ons vlakke landje passen. In Bovenkarspel waar ik woon, instrueer ik nu nieuwe leden van het IVN bij het opsporen van de nesten van genoemde weidevogels. Op die momenten realiseer ik me dat het niet gemakkelijk is om de ervaring van 55 jaar eieren zoeken in een paar uur over te dragen op goedwillende vrijwilligers. Maar goed, alle begin is moeilijk en als ze dan eindelijk zelf een nest met eieren gevonden hebben, stralen ze alsof ze de hoofdprijs in de Staatsloterij gewonnen hebben. Ik geef dan ook graag zoekles! Maar of we hierdoor ooit nog weer een toename van het aantal weidevogels krijgen, betwijfel ik. Hoop doet echter leven en ik was op 1 april 2006 zelf ook zeer tevreden met het vinden van 29 nesten met in totaal 71 kievitseieren op slechts 3 percelen land van de familie Mul. Een week later vond ik de eerste grutto-eieren en dat gaf dan ook weer een tevreden gevoel. Helaas is mijn maat Hoedje een jaar terug overleden en zijn er nog maar heel weinig eierenzoekers van de oude stempel over. De bedoeling was dat ik over deze verdwijnende hobby een interview met Hoedje zou maken maar het heeft niet zo mogen zijn, jammer. Maar toch wilde ik de lezers van deze Chronyke het verslag van deze voorjaarshobby niet onthouden. Het gaat tenslotte over een fenomeen waarnaar een halve eeuw geleden ieder voorjaar weer door een aantal dorpelingen vol verlangen naar uitgekeken werd. Ik hoop nog vele voorjaren op die soppige akkers van de Graftermeer de gevonden nesten te mogen markeren zodat ook onze toekomstige generaties de authentieke voorjaarsklanken van kievit, tureluur, grutto, scholekster en kluut kunnen horen. Jan Eggers 219

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 39