moest hebben. Ik ging dan in februari en begin maart, dus als er nog geen eieren waren, veel boeren af en deed dat vooral onder meikerstijd, dan was de kans dat ze thuis waren praktisch 100%. Dat stuk papier kwam dan wel onder de vlekken te zitten, maar dat maakte het alleen maar echter. Ook heb ik zelf nog wel eens de nodige namen en handtekeningen ingevuld want ergens vond ik deze bureaucratie flauwe kul. Maar ja, als je politiemensen zoals Londo en Leguit had, dan had je echt met de wet te maken en die controleerden je ook echt. Maar ik weet ook nog dat je agent Sikkema had, waarschijnlijk een Fries die met het eierenzoeken opgegroeid was, en die vond het wel goed en controleerde nooit. Het mooiste dat ik ooit in de Noordeindermeer meegemaakt heb is dat ik daar met Hoedje liep te zoeken en nogal een behoorlijk eind van mijn auto vandaan toen de politie kwam controleren. Ze liepen wel te wenken dat we naar de weg moesten komen, maar wij hoorden niet wat ze riepen. Op een gegeven moment klommen de dienders, die niet uit De Rijp kwamen, dan toch maar over het damhek en kwamen zwaar lopend door het soppige weiland met meer klei dan gras naar ons toe. Wat we aan het doen waren, of we de juiste papieren wel bij ons hadden en of we al wat gevonden hadden? Papieren waren in orde, ze mochten het anders zelf gaan vragen bij boer Schermerhorn en als ze het niet erg vonden gingen wij weer lekker verder met zoeken. Tja, en dat ze wat later bij de auto hun niet meer zo erg glimmende laarzen met dotjes gras een tijd lang prutvrij moesten maken, vonden wij een giller van de eerste orde. In al die 55 jaren heb ik nooit echt problemen, dus ook geen bekeuring, gehad. Maar dat wil niet zeggen dat ik overal maar ongestoord mocht zoeken. Toen Gerbrand Mul van zijn boerderij vertrok en zijn schoonzoon Jaap de Lange, bijnaam de Jeeperd, er baas werd, mocht ik van de ene dag op de andere daar geen eieren meer zoeken. De reden? Onbekend, ik zou niet weten waarom hij iedereen wegstuurde. Maar als je dan aan die kieviten zag dat er op bepaalde stukken toch eieren moesten leggen, werd je creatief. Je hoopte dat het mistig zou worden en dan kon hij je niet zien en ook ben ik wel met volle maan en een zaklantaarn wezen zoeken. Maar ook nam ik dan wel eens bewust een dinsdagmorgen vrij. Dan was het boerenzondag en ging de Jeeperd zeker en vast naar de markt in Purmerend en had ik het rijk alleen. Deze truc heb ik trouwens bij wel meer boeren toegepast, voor een paar zakcenten extra doe je nog wel eens wat... Op een gegeven moment werd ik lid van de weidevogelvereniging Vanellus vanellus, dat is de officiële Latijnse naam voor kievit, en weer wat later ook van het IVN, Instituut Voor Natuureducatie, en dan kreeg je ook een soort officiële eierenzoekerspas. Maar die vergunning van die boeren op 213

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 33