De Heksenwaag
Er waren drie manieren om na te gaan of
je al of niet een heks was. De waterproef, de
vuurproef en de weegproef. Bij de waterproef
werd van de te onderzoeken persoon de
rechterduim aan de linkerteen gebonden en
de linkerduim aan de rechterteen. Vervolgens
werd de persoon in het water gegooid, als hij
of zij (meestal) bleef drijven was de persoon
een heks. Zo niet dan was de persoon geen
heks - maar wel verdronken ondertussen. Bij
de vuurproef werden er doeken met olie in
neus en oren gedaan, die in brand werden
gestoken. Als de persoon niet bekende
werden er hete kolen onder de voeten en
oksels gedaan. Bekennen was nodig om in
eerste instantie te overleven, waarna dan toch
nog de brandstapel wachtte.
De derde manier was de weegproef. Vaak
door verdachte personen gebruikt om hun
onschuld aan te tonen. In Europa was één
plaats waar de weging kon plaatsvinden:
Oudewater. Veel mensen hebben de verre reis
naar Oudewater ondernomen om het fel
begeerde 'Certificaet van Weghingen in der
stede tot Oudewater' te verkrijgen. Ze melden
zich bij het stadsbestuur om de weegproef te
ondergaan. Eerst werd gecontroleerd of de
betrokken persoon geen gewichten onder de
kleren had verstopt. Vervolgens werd de
verdachte half ontkleed, op blote voeten op de
schaal gezet en onder streng toezicht gewogen.
Op het certificaat werd het signalement van de
persoon gezet - 'kortachtig', 'langachtig', kleur
ogen, haarkleur -, en uiteraard het gewicht.
Boven.
De heksenwaag in Oudewater. Bron: folder VW.
Onder
Ook Cor Booy ontkwam niet aan de weegproef.
Foto gemaakt door de heer Aafjes.
205