hebben een groot voordeel. Het zijn uiterste efficiënte handleidingen bij de
politieke keuze.
Het is niet nodig om alle informatie moeizaam te verwerken en op basis
daarvan toch nog in twijfel te beslissen. De ideologie wijst uit wat het
gepaste standpunt is. Een levensbeschouwing is een algoritme, een
rekenregel, voor het maken van politieke keuzes.
Mocht er toch nog een aarzeling resten, dan kunnen de weifelaars terecht
bij ideologische specialisten die hun geestverwante cliëntèle de juiste
tekstuitleg leveren. De cliënten zijn bereid om aan te nemen dat de experts,
als daar de tijd voor was, hun de goede gronden van hun goede raad zouden
kunnen uitleggen, maar kortheidshalve zien zij daar nu van af. Dit
vertrouwen is de rationele basis van het gezag dat artsen, geestelijken,
advocaten en ook politieke voorgangers hebben. Het bespaart de cliëntèle
immers de jarenlange studie en de wekenlange naspeuringen die nodig zijn
om zelf tot een ge'undeerd oordeel te komen. Ideologie en leergezag zijn dus
efficiënte surrogc 'en voor een zelfstandige beslissing.
Vallen de ste.in van ideologie en de toeverlaat van het gezag weg, dan
moeten mensen alles zelf uitzoeken. Ook dan resten hun nog twee
werkwijzen. De eerste berust op intuïtie (het begrip dat zichzelf niet begrijpt).
De kiezers gaan dan af op hun gevoel, op mistige herinneringen, fletse
indrukken, vage beginselen en vooral op de som van al hun levenservaring
met de politiek. De tweede manier is eigenlijk een verbijzondering van de
eerste, want de kiezers laten zich dan vooral leiden door hun inschatting van
de persoonlijkheid van de leider. Intuïtie, en zeker het gevoelsmatig inzicht in
andermans persoon kunnen heel doeltreffend zijn. Je weet alleen nooit wanneer.
De burgers zouden zich eigenlijk over alles een mening moeten vormen.
Gaan we naar Afghanistan, is het nieuwe zorgstelsel een verbetering, moeten
boefjes worden uitgezet? Zonder ideologie of gezag kom je er niet uit, daar
zijn al die vragen te moeilijk voor. Je kunt je door je intuïtie laten leiden of
door je mensenkennis, maar het blijft gissen. Al die onzekerheid maakt veel
mensen balorig. Ze willen stelligheid. En als ze die niet krijgen kunnen, raken
ze van de politiek in een slecht humeur. In het uiterste geval 'zoeken ze het
alsnog in de negatie': de politiek is waardeloos, de politici zijn bedriegers, de
ambtenarij is corrupt, Europa is een schijnvertoning en de euro valse
munterij. Het cynisme is de slimheid van degene die niets weet, die weet dat
hij niets weet, die allang niet meer iets weten wil, maar die zich desondanks
nooit en te nimmer wil laten bedriegen.
Wat is er te doen aan dit slechte volkshumeur? Dat is weer net zo'n vraag.
Veel te moeilijk om zonder levensbeschouwing of gezagspersoon te
beantwoorden. Probeer het dan maar met wat gevoel, gezond verstand, een
177