besloten de heer en mevr. Ter Beek hun kinderen daaraan niet bloot te
stellen: mevr. Ter Beek liet zich overschrijven naar de hervormde kerk.
Hetzelfde beeld van 'leren leven met de verzuiling' komt naar voren uit het
verhaal hoe het leven in de Buurtjes was.
Protestanten tussen katholieken
Ook hier het verhaal van naar geloof gescheiden klantenstromen: ieder
naar de winkelier van zijn/haar gezindte. En ook hier het verhaal van
'verkeerd gekochte spullen'. Als de kindertjes van de St. Jozefschool melk bij
de protestante melkboer kochten moesten ze het gekochte terug brengen.
Sociaal gezien was het echter goed leven in de Buurtjes, de katholieke
Jordaan van De Rijp. Men ging 'goed' met elkaar om. De solidariteit was er. In
kleine dingen bleef het verschil in geloof voelbaar. Mevr. Ter Beek zat in het
bestuur van de buurtvereniging, maar bij de bepaling van de data voor
vergadering werd met de dag die voor haar onmogelijk was, vanwege 'de
zang', geen rekeni' g gehouden. 'Je telde toch niet helemaal mee'.
Over dc schei 'ing in verenigingen ook hier het verhaal dat ook in de
andere interviews naar voren kwam, met een toevoeging over de mildheid in
verschil tussen de hervormde en doopsgezinde zuil.
Het was inderdaad katholiek/niet katholiek
De scheiding in verenigingen kwam weer ter sprake, katholiek/niet
katholiek (algemeen) en het eeuwige probleem van de gemengde
verkeringen. De heer ter Beek voegde aan de gescheiden verenigingen nog de
(algemene) Tuinbouwvereniging 'Ons Aller Belang' en de katholieke ABC en
de gescheiden ouderenbonden.
In de niet-katholieke kring was er (soms) wel samenwerking tussen de
gezindten. De heer Ter Beek vertelde over de mooie samenwerking tussen
hervormden en doopsgezinden wat betreft de zondagschool.
Al met al het beeld van een gezin dat bewust de weg van niet-polarisatie
zocht en vond. Actief in verenigingen en politiek, waarbij de heer Ter Beek
nog duidelijk zijn karakter als praktisch 'samenwerker' toont door op te
merken dat hij in 1969 lid werd van de PvdA, maar dat het net zo goed het
CDA, als die toen bestaan had, geweest had kunnen zijn.
Gesprek gehouden op 9 mei 2006,
verslag gemaakt door Dick Mantel
161