opgeknapt en heeft bij de latere ruilverkaveling een grote beurt gekregen
zonder de verbreding.
Wim Schermerhorn vertelt nog wel dat de akties van de nieuwkomers in
De Rijp veel feller waren en hij citeert daarbij een uitspraak van Cornelis de
Jong - geen échte nieuwkomer trouwens - 'die durpers staan als rendieren
met de rug naar elkaar toe'.
In het gesprek komen hierna kort de verschillen tussen de dorpen ter
sprake. En 'iets van vroeger' uit Stompetoren.
Hoeden en petten
Wim Schermerhorn signaleert grote verschillen tussen de dorpen: de
tweedeling katholiek/niet katholiek in De Rijp, het ontbreken van een
geloofstegenstelling in Grootschermer en een driedeling in Schermerhorn
(katholiek, gereformeerd en hervormd).
Stompetoren was ook voor buiten de polder Schermer een soort centrum
voor boerenorgan'saties. 'Je had er de fokvereniging rondom de fabriek
Neerlandia Het gaf Stompetoren iets van de pretentie dat ze op
Middenbeemster '.ou lijken'.
Tot in de vijftiger jaren was er in Stompetoren 'aan de stille kant' café
Kamsteeg, ook frequent bezocht door mensen van buiten Stompetoren, het
'café voor de hoeden'. Het café met de kolfbaan voor de boeren en de sociale
bovenlaag. En aan de andere kant van de Noordervaart het café Zwart
(oorspronkelijk café Rensen). 'Het café voor de petten', voornamelijk bezocht
door mensen die op de fabriek werkten. De meeste van deze fabrieks
arbeiders kwamen uit Friesland en in hun gezinnen werd thuis Fries
gesproken. 'In feite ook toen een 'allochtonen probleem". Er was duidelijk
sprake van taalachterstand bij een deel van de schoolpopulatie en een enkele
autochtoon deed, uit angst voor een lager onderwijs-niveau, zijn kinderen in
Alkmaar op school. Met de opmerking, dat zich hier vijftig jaar geleden
precies hetzelfde afspeelde als wat nu op zwarte scholen gebeurt, eindigt
Wim Schermerhorn zijn verhaal.
Dit verhaal is door Wim Schermerhorn
verteld op 22 maart 2006.
Aan de hand van vragen gesteld door Dick Mantel,
die ook het verslag heeft opgesteld.
153