Een aardig voorbeeld van hoe ver de scheiding werd doorgetrokken is
wel, dat mijn ouders geen dienstmeisje van r.k. afkomst konden houden.
Toen 't een keer toch gebeurde, duurde het geen maand of ze moest
opzeggen in opdracht van mijnheer pastoor. Ze mocht eens op verkeerde
gedachten worden gebracht! Het is in deze situatie wel te begrijpen, dat
vooral onze moeder fervent anti-paaps werd. En dat stak ze bepaald niet
onder stoelen of banken. Haar uitspraken bleven lang gevleugelde woorden
in de familie.
De paapsen leefden dus in een zelf verkozen getto. Veel van het
dorpsleven speelde zich in een verziekt klimaat af. Het niet- katholieke deel
was onderverdeeld in een hervormde, een lutherse, een doopsgezinde en een
oud gereformeerde gemeente. Om met de laatste te beginnen: een groepje
van een tiental gezinnen onder leiding van de vrachtrijder Flipse (ja heus) en
daarom ook wel genoemd: het Flipse-kerkje. Twee keer minimaal per zondag
werd er preek-gelezen, waarbij de zwaarte hoofdzaak was. De preken van de
legendarische Smytegeldt stonden wel model voor 't door Flipse verkondigde
woord. Er ging geen werfkracht van dit groepje uit.
De lutherse gemeente tooide haar kerkje met de bekende zwaan. Zij was
in zo verre haar tijd vooruit, dat het ledental dermate terugliep, dat opheffing
nog een kwestie van tijd was. Tot zo lang was zij gecombineerd met een
lutherse gemeente in Monnickendam. Iedereen wist, dat er geen redden meer
aan was.
De hervormde gemeente was vrijzinnig en had de schitterende kerk op de
Dam tot haar beschikking. Tegelijk betekende het onderhoud daarvan een
molensteen om haar hals. Ze was gecombineerd met de Grafter gemeente,
die haar kerk in een bouwval zag veranderen nadat er een nieuwe veel te
zware gevel voor was gebouwd. Deze gevel drukte de kerk tenslotte in elkaar,
zodat ze moest worden afgebroken. Alleen de grafzerkenvloer ligt er nog.
Deze combinatie had een dominee, die met dit geheel niet veel raad wist.
Maar er was enig contact met de doopgezinde predikant. Samen hielden zij
zondagschool in De Rijp, die bijeenkwam in de doopsgezinde kerk, maar de
kerstfeesten waren beurtelings in de doopsgezinde of hervormde kerk. Als
het feest in de hervormde kerk plaats had, leden we bitter kou, want die
grote kerk was met één kachel onmogelijk te verwarmen. De hervormde
gemeente muntte niet uit door een bloeiend kerkelijk leven. De diensten
werden slecht bezocht en voor zover ik mij herinner gebeurde er verder
weinig. Catechisaties waren er wel - overigens niet op school - jongerenwerk
was er wel, V.C.J.B., maar de leiding daarvan was geheel in handen van onze
pa. Dat gold trouwens ook voor de bovenvermelde zondagschool die geheel
door pa geleid werd; de hervormde predikant liet dat allemaal graag aan hem
142