De scholen
Meneer Pielage vertelt. Al in 1913, dus zeven jaar voor de 'gelijkstelling', in
financieel opzicht, van openbaar en confessioneel onderwijs, werd in De Rijp
al een katholieke school opgericht, de St Jozef-school. Een school die dus
(grotendeels) op eigen kosten draaiende werd gehouden. De stichting van de
school betekende een geweldige klap voor de school in Graft met merendeel
katholieke leerlingen. Het schooltje liep leeg, wat voor het hoofd daar,
'Meester Klinkenberg', niet leuk was. De St. Jozef-school in De Rijp startte
maar liefst met 120 leerlingen!
Meneer Pielage vertelt over het totaal gebrek aan samenwerking in zijn
begintijd. Alleen op Koninginnedag 'was er iets gezamenlijks', er kwam dan
een goochelaar. En tijdens de kermis waren er tijdens één ochtend
kinderspelen voor alle scholen op het voetbalveld. 'Dat was het'. Er was geen
contact met het hoofd van de openbare school.
Na 1954, toen er een nieuw hoofd op de openbare school kwam, werd het
anders. Er kwam een 'hoofden-contact' - meestal bij meneer Pielage thuis -
gezamenlijk handbal voor meisjes, schoolvoetbal en schaken. De gang van
zaken bij de inschrijving werd gecoördineerd: op dezelfde dag een
advertentie in de Uitkomst en ook op dezelfde dag de inschrijving. Er
kwamen ook meerdere scholen.
Niet- katholieke leerlingen op de Jozefschool waren vroeger niet
denkbaar. Pas vanaf het begin van de 'overloop' - de komst van vooral
Amsterdammers naar De Rijp-, kwam daar verandering in. Toen kwamen er
bijvoorbeeld gereformeerden hun kind aanmelden omdat er geen
gereformeerde school in De Rijp was. En omdat op de katholieke school
bijbelvertellingen en de geestelijk liederen op het programma stonden.
Meneer Pielage juichte de komst van deze leerlingen van harte toe.
In de zeventiger jaren kwam het ook voor dat er een niet katholieke
onderwijzer werd benoemd. Een vaste benoeming mocht niet en meneer
Pielage moest het wel doorspreken met de pastoor want het kerkbestuur was
tevens schoolbestuur.
De conclusie van meneer Pielage: 'de openheid is er gekomen. In de
oorlog is er, ook door het verzet, meer begrip voor elkaar gekomen. Na de
oorlog is er duidelijk meer samenwerking ontstaan'.
De slot opmerking is van mevrouw Pielage: 'het is nu veel gezelliger in het
dorp, de scheiding vroeger was erg'.
Interview afgenomen op 8 februari 2006;
verslag gemaakt door Dick Mantel
139