Lofwaerdige dijckagies en miserabele polders te doen en een beetje te helpen; zoals speculaasjes door de pers draaien en op de bakplaat leggen en na de oven er weer vanaf halen. Er brak er wel eens eentje en die mocht ik dan opeten. Ook soesjes knippen en vullen enzo'. 'Ik heb ook stenen gebikt die achterom lagen, voor 1 cent per stuk. Die werden gebruikt om een varkenshok te metselen door vader Hoebe'. 'Het varken werd vetgemest van het overblijvende brood dat werd gemengd en geroerd in water'. 'In de bakkerij was het ook altijd lekker warm. De oven werd gestookt met hout en briketten en dat moest regelmatig worden bijgevuld'. Maar na de lagere school moest Sjaak ook een vak leren en dat was metselen en tegelzetten. Nu is 'Sjaakie' 63 jaar oud en heeft als grootvader zelfs o.a. een tweeling. Jan Kaptein De lezing van Han van Zwet op de Algemene Vergadering Van deze lezing een korte samenvatting. Noord-Hollandse droogmakerijen in de zeventiende eeuw Han van Zwet - De Rijp, 4 april 2006 In de tweede helft van de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw heeft het Noord-Hollands landschap ten noorden van het IJ als gevolg van menselijk ingrijpen grote veranderingen ondergaan. Tussen 1540 en 1650 werd, door bedijking van met het buitenwater van de zee in verbinding staande gebieden en het droogmaken van binnenmeren, 36.000 ha nieuw land aan het water onttrokken. Het oppervlak van het vasteland benoorden het IJ nam daarmee met bijna een derde toe. Het inpolderen van de vijf grootste meren vond plaats binnen een tijdsbestek van slechts 25 jaar. Na het succesvol droogleggen van de Beemster (1612) volgden de droogmakerijen van de Purmer (1622), de Wijde Wormer (1626), de Heerhugowaard (1631) en de Schermer (1635) elkaar in snel tempo op. De Starnmeer (1643) sloot de rij. Tijdens de voordracht zal op caleidoscopische wijze op een aantal facetten van deze droogmakingen worden ingegaan. Organisatorische en technische aspecten zullen de revue passeren, waarbij de aandacht onder meer zal uitgaan naar de uiteenlopende bemalingssystemen in de diverse polders. Daarnaast zal worden stil gestaan bij de investeerders. Wie waren zij, waar kwamen zij vandaan en waarom stortten zij zich in het bedijkingsavontuur. Minstens even interessant is de vraag hoeveel geld zij over hadden voor deelname aan de bedijkingen en hoe het hen is vergaan. Het antwoord op de rendementsvraag ligt al besloten in de titel van de voordracht. 56

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Een Nieuwe Chronyke van het Schermereiland - Graft-de Rijp en Schermer | 2006 | | pagina 56