Wim als 15 jarige bakkersleering in Edam met de bakkersfiets.
brood venten in de buitenwijken Graftermeer en Beemster. 'En dan kwam je
om vijf uur half zes thuis en dan begon je maar weer deegjes te maken voor
koekjes en zo. 's Avonds ging je vroeg naar bed want om 3-4 uur moest je
weer beginnen'. 'In de Sinterklaastijd bleef je maar 'n paar uurtjes in de stoel
zitten. Een van zijn zusters, vooral Truus, damesfiets met bakkersmand,
ventte brood 's-morgens in De Rijp en Graft'.
'In de Sinterklaastijd hadden we zes venters. Ze liepen door De Rijp, Graft,
en de hele omgeving overal naar toe langs de deuren, met een juk met aan
iedere kant een trommel waarin de taai en de speculaas zat. Ze hadden
alleen half ponds poppen mee, want de grotere braken. Zo'n taaipop kostte
50 cent, een speculaaspop een gulden per pond'.
'Het waren meest Rijpers; o.a. oude vrouw Schokker, Josef Beumer en zijn
vrouw, vrouwtje Alles', herinnert hij zich. 'Ze liepen voor eigen rekening om
er wat bij te verdienen. Bij ons was het b.v. 22 cent voor een half pond taai
en zij verkochten voor 25-30 cent'. Deze ventgewoonte duurde tot 1940.
In die begintijd verbakte Wim 7 baaltjes meel in de week. 'Dat was toen
heel goed hoor'. 'Maar van wat je inving, ongeveer 98-100 gulden in de week,
daar moest alles vanaf, de knecht, stookkosten, je bakmateriaal, meel
enzovoort'. 'Ja,we hebben verscheidene knechten gehad, Jan Kruiswijk en Jan
Vredevoort hielpen met venten. Jaap van Straaten was mijn knecht in de
bakkerij en ook venten, Ted Smit heeft ook gevent'.
54