marechaussee aan de grens geleid. Dat ging allemaal niet zo vlot als ik het
nu schrijf. Er kwam heel wat getelefoneer met den Haag aan te pas. Maar het
lukte onder voorwaarde, dat wij hen van een officieel legitimatie-papier
voorzagen.
Hylkema vertrok weer naar Amsterdam om één der volgende dagen terug
te keren met in allerijl gedrukte Menno-passen. Die kreeg ik in de hand met
het verzoek om ze voor de Russische mennonieten uit te schrijven en van
een stempel te voorzien. Hylkema keerde naar Holland terug om
inkwartieringsadressen te organiseren en om het Amerikaanse Mennonite
Central Committee te berichten, dat er waarschijnlijk nog veel meer doperse
vluchtelingen in West-Duitsland zwierven.
Intussen bracht ik mijn dagen meer in 't klooster door, dan in Enschede.
Ik installeerde me daar met mijn Menno-passen. Van Grethe Rempel had ik
inmiddels begrepen, dat er tussen de groep ook niet-doopsgezinde mensen
zaten. In haar ogen waren dat spionnen van de K.G.B., de Russische geheime
dienst. Mij leek het meer waarschijnlijk, dat er nazi's tussen zaten, die zo
probeerden weg te komen. Ik herinner me, dat ik 't geen eenvoudige opgave
vond om de schapen van de bokken te scheiden. Maar met de soms wat
angstige hulp van de Mennonieten, die elkaar gelukkig bijna allemaal
kenden, ben ik er geloof ik vrij aardig in geslaagd om de verkeerde personen
eruit te lichten. Die werden zonder pardon weer over de grens gezet. Voor de
anderen schreef ik de Menno-passen uit. Het raarste officiële papier, dat ik
ooit gezien heb. Maar goed, het werkte.
Ik was nog geen week bezig, of er kwam ineens bericht, dat het uit moest
zijn. Rusland maakte in den Haag moeilijkheden over wat men daar als hun
onderdanen beschouwden. Men wilde ze terug hebben. De grensposten
kregen opdracht niemand meer door te laten. Gelukkig had ik mijn
smokkelaar nog, zodat er geen achterblijvers in Gronau hoefden te zijn.
Uit het klooster werden de daar huizenden nu snel afgevoerd naar het
Westen. Hun angst, dat de K.G.B. hen toch nog zou dwingen om weer terug
te gaan, zat er diep in. Zoals wel bleek toen een aantal van hen in de
Amsterdamse Singelkerk door Russische ambtenaren onder druk werden
gezet. Het had weinig gescheeld, of ze waren door de ramen naar buiten
gesprongen, ondanks alle Hollandse verzekeringen dat ze niet terug hoefden
als ze niet zelf wilden.
Het liep allemaal goed af met dezen, die geluk hadden gehad, dank zij die
beide vrouwen. Grethe Rempel zelf, met nog zo'n vijftien anderen kreeg
onderdak in de Rijp. Mijn vader zorgde dat hij de beschikking kreeg over een
leegstaand weeshuis in Graft en daar konden zij wonen. Onze ouders hebben
zich veel moeite voor hen getroost en met Grethe ontstond een diep gevoel
47