vluchteling-emigranten naar Zuid-Amerika gebracht. Later vernam ik dat een
van hun eerste nederzettingen naar het schip "Volendam" was genoemd'.
'Margaretha (Gredel) Rempel, die bij ons heeft gewerkt, schreef nog wel
eens over de abominabele omstandigheden waaronder gepionierd moest
worden. In de jaren zestig heb ik een laatste brief van haar gehad, waarin ze
schreef dat ze getrouwd was en inmiddels met haar man in Duitsland
woonde. Daarna is het contact verbroken'. Aldus het relaas van Hans
Keuning
Correspondentie
Er zijn nóg enkele contacten geweest met inwoners van Graft en De Rijp.
Dirk Ridder in Graft - in 1946 nog een jongen - heeft ooit een adres gekregen
van een eveneens uit Paraguay naar Duitsland teruggekeerde ex-vluchteling.
Wijlen schoenmaker Cees Heinis wisselde met een in Canada wonende
Oekraïense uit het weeshuis een paar maal een kerst- en nieuwjaarsgroet.
Echte briefwisseling heeft er tot in 1958 bestaan tussen de familie
P. Bruntink en Tineke Rempel. In een (eerste?) brief meldt zij uit de kolonie
Friedensheim dat zij zich niet op een goede gezondheid kan verheugen,
doordat ze te zwaar werk heeft verricht en al maandenlang aan het dokteren
is. Ze vertelt dat de vooruitzichten op de oogst dat jaar wel goed lijken. De
hoofdteelten bestaan er uit katoen, kafiar en aardnoten. De katoen is het
belangrijkst en verschaft het inkomen voor het levensonderhoud. In het jaar
dat zij dit schrijft is het nog niet zeker dat de katoen een goede opbrengst zal
geven. Eerder hebben de rupsen al drie keer de planten opgevreten. De
'kafiar' (geen idee wat dat is.-CB) wordt geteeld voor de paarden, varkens en
kippen (zal dus wel een graansoort zijn) en de aardnoten dienen om er olie
van te persen. Daarvan is op dat moment voldoende geteeld.. Over de
klimaatsomstandighedem'Het gaat hier nu naar de winter en daarbij zit je en
zweet je dat je niet weet waarheen vanwege de hitte'.
In een volgende brief, van 31 augustus 1958, schrijft ze vanuit Landskrone
Fernheim dat ze is getrouwd met Pieter Janzen en dat ze drie kinderen heeft:
Tineke, Elsje en Pieter. 'Wij zijn hier nog altijd dankbaar en tevreden. We
hebben nog geen gebrek geleden. Voor het nodige was er altijd genoeg'.
Dierbaar aandenken
Toch lijkt er iets van heimwee door te klinken als ze mevrouw Bruntink
bedankt voor het toegezonden pakket, waaruit ze de kleding met Leni heeft
gedeeld: 'In het bijzonder het jak dat u droeg toen ik bij u was; ik draag het
als een dierbaar aandenken. Hoe gaarne zou ik u omarmen, u was voor mij
als een moeder'.
41