betaling van f 0,50, toegelaten hun bedrijf ook in het Rijper viswater uit
oefenen. Het meerderheidsstandpunt in B en W, wethouder Keuning hoort
tot deze meerderheid, wordt hiermee gevolgd. Wethouder Keuning is van
mening dat 'de gemeente hare eigen bezittingen zelf moet exploiteren'.
In de vergadering van 1 febr. 1932 blijkt de Beemsterbrug in erbarmelijke
toestand te verkeren. Afgekeurd voor verkeer met vrachten van 1500 kg
bruto, terwijl ook de jukken moeten worden geschoord. Waarschuwings
borden zijn aan weerszijden van de brug geplaatst. De voorzitter deelt mee
dat de gemeente bij de provincie ijvert voor het krijgen van een subsidie voor
een nieuwe brug. Wethouder Keuning maakt zich zorgen over de stagnatie
die 'autobusverkeer' ten gevolge van de noodtoestand ondervindt. De
voorzitter antwoordt dat de gestagneerde busdienst op heel korte termijn zal
worden hersteld door aan de kant van Graft een reservebus neer te zetten
waarmee de busreis voortgezet kan worden. De bruggenkwestie lijkt onder
controle maar leidt toch tot een portefeuille-kwestie
Een bruggenprobleem; wethouder Keuning neemt ontslag en wordt
herkozen
Tijdens de vergadering van 23 feb. 1932 komt de Beemsterbrug weer ter
sprake. Burgemeester en wethouders zijn van mening dat de brug vernieuwd
moet worden. Geraamde kosten f 24.000.- waarvoor een subsidie bij de
provincie zal worden gevraagd van tenminste f 5.000.- en waarvoor op een
bijdrage van het waterschap de Beemster wordt gerekend. Bovendien moet
de Tilbrug vernieuwd worden, raming f 6.000.- Een betonbrug moet
vernieuwd, tuinderscredieten moeten worden verleend enz. Alles bij elkaar is
een lening bij het rijk nodig van f 38.800.- De voorzitter stelt de raad de
vraag, of hij de verantwoordelijkheid aandurft om f 40.000.- te lenen. Dit tot
verbazing van wethouder Keuning, want volgens hem is de lening-aanvraag
een advies van burgemeester en wethouders.
Nu komt concreet de aanbesteding voor de Beemsterbrug aan de orde.
Binnengekomen is een verzoek van de 'Aannemingsfirma v/h Matser en
Hamstra' uit De Rijp om dit werk onderhands aan hen op te dragen.
Wethouder Keuning komt nu in een lastig parket. Volgens het programma
waarop hij en zijn medewethouder zijn verkozen moet boven de f 2.500.-
publiek aanbesteed worden. Maar zoals hij het formuleert: 'dit program is
aangegaan in normale tijden en wegens de tegenwoordige abnormale tijd is
er reden om van standpunt te veranderen. Er is hier een firma, die het werk
kan verrichten. Het verdient overweging zich de vraag te stellen, is
publieke aanbesteding in het belang van de gemeente of niet, daar in dat
geval het werk uit De Rijp gaat. Wanneer wij plaatselijke rampen kunnen
22